Uitwendige versie

Laatste update: 08 september 2023
Plaatsingsdatum: 09 maart 2015

In Nederland komt de stuitligging voor bij ongeveer 4% van alle zwangerschappen. De KNOV adviseert om elke zwangere vrouw met een stuitligging vlak voor of tijdens de uitgerekende periode een uitwendige versie aan te bieden. Hierbij wordt het kind manueel van stuit- naar hoofdligging gedraaid. Het KNOV-standpunt ‘Uitwendige versie’ is gebaseerd op wetenschappelijke onderzoeken over de effectiviteit en veiligheid van de uitwendige versie. Het gaat in op de randvoorwaarden voor een veilige uitwendige versie en geeft aanbevelingen voor de uitvoering ervan. 

Uit onderzoek blijkt dat het draaien van het kind een veilige en effectieve methode is om het aantal geboorten in stuitligging te verminderen. Risico's en complicaties van een stuitbevalling worden zo voorkomen. Bovendien vermindert de uitwendige versie het aantal keizersneden significant. Het draaien van het kind kan zowel in de eerste als in de tweede lijn plaatsvinden.

In 2022 wordt dit standpunt herzien.

Anti-D immunoglobuline 

Het standaardbeleid na een al of niet geslaagde uitwendige versie bij Rhesus negatieve zwangeren is het toedienen van 1000 IU anti-Rhesus (D) immunoglobulinen i.m. wanneer het kind Rhesus-positief is. Bij een tweede versiepoging binnen twee weken hoeft geen anti-D immunoglobuline toegediend te worden.

Deze tekst is nog niet geactualiseerd naar de laatste stand van zaken of laatste wetenschappelijke inzichten.