Vakkennis

Laatste update: 16 december 2024
Plaatsingsdatum: 07 februari 2020

Verloskundigen geven voorlichting over anticonceptie en counselen vrouwen over welke anticonceptie bij hen past in de betreffende fase van hun leven. De verloskundige kan vervolgens de gekozen anticonceptie voorschrijven. 

Een deel van de verloskundigen heeft zich gespecialiseerd in het plaatsen van spiralen en implantatiestaafjes. Verloskundigen zijn hiertoe bevoegd en bekwamen zich hiervoor om de kwaliteit te waarborgen. Door registratie in het deelregister Anticonceptie kunnen verloskundigen aantonen dat zij bekwaam zijn. Voor registratie in dit deelregister moet een verloskundige aan een aantal eisen voldoen. 

  • In mei 2020 is de NHG-richtlijn anticonceptie verschenen met medewerking van onder andere de KNOV. Deze richtlijn geeft een uitgebreide beschrijving over de werking van de verschillende soorten anticonceptie op basis van onderzoek. 

    •  
  • Verloskundigen met een BIG-registratie kunnen in het deelregister Anticonceptie komen te staan. Hiervoor zijn de volgende trainingen vereist: 

    • Een door KNOV geacrediteerde e-learning anticonceptie (DOkh of AVM) of bacheloropleiding Verloskunde, niet langer dan 3 jaar geleden afgerond.  

    •  Een door KNOV geaccrediteerde scholing anticonceptie (KOEL, DOKh of commerciële aanbieder) of bacheloropleiding Verloskunde, niet langer dan 3 jaar geleden afgerond. 

    • Invivo-training (na 1 december plaatsing onder supervisie) 

      Vanaf 1 december 2024 kunnen BIG-geregistreerde zorgprofessionals die bevoegd en bekwaam zijn in het plaatsen van IUD’s en/of implantaten volgens de NHG-standaard Anticonceptie 2020, supervisor zijn voor verloskundigen bij het plaatsen van IUD’s en/of implantaten. Aan het plaatsen onder supervisie zijn geen accreditatiepunten gekoppeld. Je dient na 1 december 2024 de verklaring van plaatsing onder supervisie te uploaden bij de inschrijving in het deelregister.  

  • Registratie van de voorgeschreven anticonceptie is een verplichting vanuit de inspectie. Dit betekent dat verloskundigen zelf moeten bijhouden welke anticonceptie ze hebben voorgeschreven en aan wie. In het implementatiepakket vind je een voorbeeldbrief om de huisarts op de hoogte te brengen van de voorgeschreven anticonceptie.  

  • Vanwege de patiëntveiligheid heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd het elektronisch voorschrijven verplicht gesteld. Deze verplichting geldt (nog) niet voor verloskundigen, maar als verloskundige ben je wel verplicht om een prospectieve risicoanalyse uit te voeren. In de handreiking Elektronisch voorschrijven anticonceptie vind je informatie over het veilig voorschrijven van anticonceptiemiddelen en andere geneesmiddelen.

  • Door de bevoegdheid om geneesmiddelen voor te mogen schrijven, kun je benaderd worden door de farmaceutische industrie. Hoe je hier transparant en integer mee om kunt gaan lees je op het transparantieregister.  

  • De handreiking Anticonceptiemiddelen is een naslagwerk voor verloskundigen om vrouwen te informeren over welke anticonceptiemiddelen er zijn en het gebruik ervan. In deze handreiking staat een compleet overzicht van alle vormen van anticonceptie genoemd.

  • Verloskundigen verlenen anticonceptiezorg aan vrouwen en hun partners volgens de aanbevelingen van de NHG-standaard ‘Anticonceptie’. In toenemende mate bieden verloskundigen, al dan niet in samenwerking met lokale huisartsen, anticonceptiezorg aan vrouwen die niet bij hen bekend zijn in verband met zwangerschap.  

    Verloskundigen informeren vrouwen en hun partners en adviseren hen desgewenst over anticonceptiemethoden. Na gedegen risicoselectie schrijven zij, desgewenst, (hormonale) anticonceptie voor en plaatsen zij een hormoon- of koperspiraal of implantatiestaafje. Bij vrouwen aan wie zij anticonceptie voorschrijven en bij wie zij een spiraal of implantatiestaafje plaatsen, verzorgen verloskundigen ook het eerste evaluatieconsult. Tevens draagt ze zorg voor een goede overdracht naar de huisarts waarin ten minste het volgende benoemd wordt: 

    • Bijzonderheden uit de anamnese

    • Voorgeschreven anticonceptiemethode

    • Per wanneer de cliënt gestart is met anticonceptie

    • Indien relevant: wanneer de plaatsing van een spiraal of implantatiestaafje heeft plaatsgevonden, hoe deze is verlopen en eventuele bijzonderheden

    • Evaluatiemoment met cliënt is afgesproken

    Opvragen aanvullende informatie 

    In het kader van deze anticonceptiezorg stellen verloskundigen zich op de hoogte van de algemene, obstetrische en familieanamnese, voor zover deze nog niet bekend is. Zo nodig vragen verloskundigen bij de huisarts aanvullende informatie op. Zij volgen daarbij de stappen van de prospectieve risicoanalyse van de richtlijn ‘Elektronisch voorschrijven’.  

    Wanneer doorverwijzen 

    Verloskundigen verwijzen door naar de huisarts wanneer zij niet bevoegd zijn voor het voorschrijven/plaatsen van de gewenste anticonceptiemethode en wanneer een zorgvraag buiten het deskundigheidsgebied van de verloskundige betreft.  

    Een goede overdracht  

    Het is belangrijk dat verloskundigen zorgdragen voor een goede overdracht naar de huisarts bij veranderingen in anticonceptiegebruik en indien relevant welke reden daartoe heeft geleid. Denk hierbij aan: 

    • Wisselen van de anticonceptiemethode

    • Stoppen met de anticonceptiemethode

    • Verwijderen van een spiraal of implantatiestaafje

Deze tekst is nog niet geactualiseerd naar de laatste stand van zaken of laatste wetenschappelijke inzichten.