Plaatsingsdatum: 07 januari 2019
In juni 2007 hebben de beroepsgroepen van de verloskundigen (KNOV) en de gynaecologen (NVOG) overeenstemming bereikt over het standpunt over de 'verlengde arm'-constructie (de afbakening van verantwoordelijkheden in verloskundige samenwerkingsverbanden). Gezamenlijk wijzen zij de ‘verlengde arm' als werkconstructie af.
In Nederland bestaan veel goed lopende verloskundige samenwerkingsverbanden tussen eerstelijnsverloskundigen en gynaecologen. Hierin liggen duidelijke afspraken vast over het te voeren beleid en ieders verantwoordelijkheden bij het uitvoeren hiervan. Een goede overdracht van eerste naar tweede lijn met een heldere afbakening van verantwoordelijkheden is essentieel voor de verloskundige zorg.
In sommige samenwerkingsverbanden is de afbakening van deze verantwoordelijkheden minder duidelijk. Dit geldt bijvoorbeeld voor afspraken over de zogenaamde 'verlengde arm'-constructie. De verdeling van de verantwoordelijkheden zijn in deze constructie dusdanig diffuus dat de NVOG en de KNOV dit een onwenselijke situatie achten voor alle partijen: cliënt, gynaecoloog en eerstelijns verloskundige hulpverlener. Daarom wijzen zowel de NVOG als KNOV de zogenaamde 'verlengde arm’ als werkconstructie af.