Plaatsingsdatum: 03 september 2021
Het soort en de hoeveelheid werk dat zwangere vrouwen doen, kan invloed hebben op het verloop en de beleving van de zwangerschap en de ontwikkeling van het kind. Goede voorlichting en werkaanpassingen kunnen moeder en kind gezonder door de zwangerschap loodsen. De richtlijn 'Zwangerschap, postpartumperiode en werk' ondersteunt bij het adviseren over arbeidsomstandigheden tijdens en na de zwangerschap. De evidence-based richtlijn biedt een handvat voor het opzetten van arbobeleid, en in het begeleiden van individuele werknemers.
-
Betrokken partijen
De richtlijn kwam tot stand op initiatief van de bedrijfsartsen (NVAB), met medewerking van vertegenwoordigers van professionals, waaronder:
- verloskundigen (KNOV)
- verzekeringsartsen (NVVG)
- huisartsen (NHG)
- gynaecologen (NVOG)
-
Maatregelen
Effectieve maatregelen voor zwangere werknemers zijn:
- Vroegtijdige voorlichting over werk en zwangerschap en de wettelijke regelingen voor zwangere werknemers;
- Werkaanpassingen, zoals korter werken, geen nachtdiensten na de 20e zwangerschapsweek, lichtere werkzaamheden, voorkomen van infectieziekten en vermijden van stress, lawaai, hitte, kou en schadelijke chemische stoffen.
-
Wat kan de verloskundige doen?
Verloskundigen spelen een belangrijke rol bij het signaleren van risico's voor werkende zwangeren en het wijzen op mogelijkheden voor verdere zorg. Het is belangrijk dat verloskundigen zich bewust zijn van de risico's die zwangeren soms lopen en de gevolgen van deze risico's voor de zwangere werknemer en haar werksituatie. Een brief van de verloskundige voor de werkgever met het advies een zwangere minder te laten werken, heeft geen juridische waarde. Wat verloskundigen wel kunnen doen is signaleren, het onderscheid maken tussen risicovol of niet en verwijzen naar werkgever en/of bedrijfsarts.
In de anamnese kan de verloskundige vragen naar:Werkgebonden risicofactoren en Persoonsgebonden factoren
Werkgebonden risicofactoren zijn het gevolg van de werkbelasting en kunnen leiden tot afwijkingen bij de zwangere zelf en het kind.
Welke werkgebonden risico's zijn reden tot verwijzing naar werkgever of bedrijfsarts?
- Fysieke belasting: lopen en staan > 2 à 3 uur per dag, regelmatig tillen en dragen > 5 tot 10 kg, regelmatig bukken en hurken
- Werktijden: onregelmatig werk en ploegendienst, werktijd > 40 uur per week
- Mentale belasting: kans op agressie, hoge ervaren werkdruk, weinig regelmogelijkheden en ondersteuning door leiding en collega's
- Chemische factoren: contact met oplosmiddelen (in verf, lak, lijm, schoonmaakmiddelen en inkt), narcosegassen, medicijnen tegen kanker (cytostatica), bestrijdingsmiddelen, zware metalen of metaalverbindingen
- Biologische agentia: contact met allerlei infecties ontstaan door virussen, bacteriën, parasieten of schimmels
- Fysische factoren: (niet-)ioniserende straling, extreme hitte en kou, lawaai, lichaamstrillingen
Limieten en adviezen over werkaanpassing van deze werkgebonden risicofactoren staan in de NVAB Richtlijn.
Persoonsgebonden factoren
Deze risico's zijn het gevolg van de gezondheid van de zwangere, het verloop van haar zwangerschap en bevalling. Ze kunnen invloed hebben op de belastbaarheid van de zwangere in haar werk.
- Welke persoonsgebonden risicofactoren zijn reden tot verwijzing naar de bedrijfsarts? Algemeen: bij een chronische ziekte, medische problemen in een eerdere zwangerschap of afwijkende verloop van zwangerschap, bevalling of postpartumperiode.
- Belaste algemene anamnese: onder andere hypertensie, rugklachten, psychische klachten
- Belaste obstetrische anamnese: onder andere vroeggeboorte, zwangerschapshypertensie, bekkenklachten
- Abnormaal verloop belastbaarheid tijdens de zwangerschap: onder andere groeivertraging, hypertensie, pre-eclampsie, meerlingzwangerschap
- Abnormaal verloop belastbaarheid tijdens de postpartumperiode: onder andere bevalling van een prematuur of ernstig zieke baby, sectio casesarea, incontinentie.
Zie ook de NVAB Richtlijn voor:
- Adviezen over werkaanpassing persoonsgebonden risicofactoren
- Adviezen over biologische agentia in het werk
- Adviezen over biologische agentia: aanbevelingen per branche
- Gedurende de zwangerschap informeren naar de beleving van combinatie werk en zwangerschap;
- Werknemers verwijzen naar de bedrijfsarts voor een preventief consult en bij werkgerelateerde klachten;
- Nascholing volgen over de invloed van werk op zwangerschap, en wet- en regelgeving rond dit onderwerp.
-
Wat doet de bedrijfsarts?
- Preventief consult tijdens de zwangerschap: alle zwangeren hebben recht op voorlichting over de risico's in hun werk, door de werkgever of bij de bedrijfsarts.
- Bij ziekteverzuim: als een zwangere medewerkers zich ziek meldt, bepaalt de bedrijfsarts opnieuw het risicoprofiel en maakt een plan voor aanpassing van werk(-tijden).
-
Rechten en plichten van werkgever en werknemer
De werkgever moet zorgen voor:
- Voorlichting over werkomstandigheden
- Organiseren van werk zonder risico's voor moeder en kind
De zwangere die van haar rechten als zwangere gebruik wil maken moet:
- haar zwangerschap melden,
- een verzoek indienen wanneer ze zwangerschapsverlof wil,
- melden van haar wens tot geven borstvoeding/ kolven.
Een zwangere heeft recht op:
- 'gezond werk voor moeder en kind'
- extra pauzes (maximaal 1/8 deel van de werktijd)
- vrijstelling van overwerk en nachtdiensten (hier moet je wel om vragen)
- zwangerschapsonderzoek in werktijd
- een geschikte, afsluitbare ruimte om te rusten
- borstvoeding/kolven maximaal een vierde van de werktijd per dienst, in de eerste 9 maanden na bevalling
-
Wat als de zwangere geen bedrijfsarts heeft?
Werknemers in loondienst moeten met vragen over zwangerschap en werk terecht kunnen bij een bedrijfsarts. Soms krijgen ze die toegang niet. Dat geldt ook voor zelfstandig ondernemers en illegaal of zwartwerkende zwangeren; zij hebben geen bedrijfsarts.