Op 5 juni 2019 is de KNOV aanwezig geweest bij de hoorzitting over de verloskundige tarieven 2019. Het was de laatste beroepsmogelijkheid voor verzekeraars om bezwaar te maken tegen de verhoging van de tarieven. Helaas kunnen we geen mededeling doen over de zitting zelf, omdat dit de uitkomst kan schaden.
Mieke Beentjes heeft tijdens de hoorzitting helder naar voren gebracht dat hogere tarieven noodzakelijk zijn en verder uitstel van helderheid daarover zeer onwenselijk is. Ze heeft duidelijk kunnen maken waarom de KNOV zich niet kan vinden in de bezwaren van de zorgverzekeraars. Het NZa tariefonderzoek onder 128 eerstelijns verloskundigenpraktijken toonde in 2016 immers al aan dat het tarief voor de eerstelijns verloskundige zorg te laag was.
De zaak gaat tussen de NZa en de zorgverzekeraars. De KNOV is als derde belanghebbende aangemerkt en daarom kon onze voorzitter Mieke Beentjes het standpunt van de KNOV tijdens de hoorzitting toelichten.
Om het geheugen op te frissen, verloop tot nu
- De NZa heeft naar aanleiding van een tarievenonderzoek de nieuwe (hogere) tarieven verloskunde vastgesteld in de prestatie- en tariefbeschikking d.d. 11 juli 2017 met ingang van 1 januari 2018.
- Zorgverzekeraars hebben daar bezwaar tegen gemaakt. De KNOV is als (derde)belanghebbende betrokken geweest bij de bezwaarprocedure en heeft gereageerd op de ingediende bezwaren.
- De NZa heeft n.a.v. het bezwaar een vervolg tarievenonderzoek uitgevoerd onder onze leden.
- De NZa heeft 16 juli 2018 een beslissing op bezwaar genomen, de bezwaargronden zijn grotendeels afgewezen. Daarna zijn de tarieven iets lager dan oorspronkelijk, maar nog steeds aanzienlijk hoger dan in 2017, vastgesteld voor het jaar 2019.
- 2018/2019: Zorgverzekeraars zijn in bezwaar gegaan bij het CBB, de laatste beroepsmogelijkheid die hier voor bestaat.
- Op 5 juni 2019 heeft het CBB de zaak mondeling behandeld.
Vervolg
Het CBB neemt binnen 6 weken na zitting een beslissing, uitstel is ook nog mogelijk, vanwege zomerreces.