Staatssecretaris Blokhuis (VWS) heeft gekozen voor de jeugdgezondheidszorg als uitvoerder van de maternale kinkhoestvaccinatie.
Dat betekent dat de maternale kinkhoestvaccinatie niet wordt belegd bij de verloskundig zorgverlener. Blokhuis maakte zijn besluit vrijdag 13 juli 2018 bekend aan de Tweede Kamer in een brief.
Dicht bij de zwangere of huidige uitvoerder
Blokhuis geeft in zijn brief aan dat de afweging die hij moest maken, zich toespitste op: "... de keuze voor organisatie van de maternale vaccinatie zo dicht mogelijk bij de zwangere aan te bieden versus het aanbieden van maternale vaccinatie bij de huidige uitvoerder van het Rijksvaccinatieprogramma met jarenlange ervaring op het gebied van vaccineren."
Implementatie
Voor de implementatie van de maternale kinkhoestvaccinatie heeft het RIVM rond mei 2018 twee scenario's uitgewerkt: één om de implementatie te beleggen bij de verloskundig zorgverlener en één om deze te beleggen bij jeugdgezondheidszorg. Van beide scenario's zijn de voor-en nadelen in kaart gebracht; de geraamde kosten voor uitvoering was in beide scenario's nagenoeg gelijk.
Om dit scenario te implementeren, moet het RIVM – in overleg met de betrokken partijen - komen tot een implementatieplan. De staatssecretaris verwacht dat in 2019 begonnen zal worden met deze wijze van vaccineren. Na twee jaar vindt er een evaluatie plaats. Deze evaluatie zal naar verwachting zijn op het gebied van kosten, vaccinatiegraad en uitkomsten. De KNOV betreurt de keuze van de staatssecretaris, maar uiteraard zullen wij bijdragen aan de implementatie en de evaluatie van het gekozen scenario.
Wat betekent dat voor u?
Concreet houdt deze beslissing in dat de verloskundig hulpverlener een folder geeft aan de zwangere met hierop een adres van de JGZ. De zwangere kan er dan zelf al dan niet voor kiezen om een afspraak te maken bij de JGZ voor vaccinatie. JGZ is verantwoordelijk voor de counseling van de zwangere omtrent dit onderwerp en ook voor het uitvoeren van de vaccinaties. De verantwoordelijkheid van de vaccinatiegraad ligt in deze constructie volledig bij de JGZ.