Wat is de betekenis van toevallig gevonden amnionstrengen in de zwangerschap en bij de baring, wat is evidence based beleid qua opvolgen hiervan (door welk echelon)?
Ten behoeve van de uitwerking van deze vraag, werd in de (inter)nationale wetenschappelijke literatuur een antwoord gezocht.
Conclusie: als congenitale afwijkingen afwezig zijn, is er waarschijnlijk geen reden tot zorg. Echter, de aanwezigheid van congenitale afwijkingen duidt wel op zeer ernstige foetale pathologie. Extra onderzoek naar afwijkingen en signalen van pathologie, bijvoorbeeld door middel van een GUO en vervolgonderzoek, zou met de cliënt besproken kunnen worden. Gelet kan worden op beperkte beweeglijkheid van foetale delen, een verminderde bloedflow in de navelstreng en een verminderde foetale groei. Indien er geen congenitale afwijkingen en signalen voor bijbehorende pathologie worden gevonden, kan de zwangerschap worden begeleid in de eerste lijn.