In afwachting van bespreking in de vaste Kamercommissie voor VWS
Morgenochtend, woensdag 27 januari, bespreekt de vaste Kamercommissie voor VWS in een aparte procedurevergadering de groslijst van controversiële onderwerpen en bepaalt welke onderwerpen de regering vanuit haar demissionaire positie niet meer zou mogen oppakken en over moet laten aan een nieuwe regering. Op deze lijst staat ook de brief die minister Van Ark aan de Tweede Kamer stuurde op 7 december 2020. Onderdeel van deze brief is het voornemen van de minister om integrale bekostiging voor geboortezorg in de reguliere bekostiging op te nemen door middel van het geven van een aanwijzing aan de NZa.
Brief minister vandaag aan de Kamer gestuurd
Vandaag heeft de minister een brief aan de Kamer gestuurd waarin zij bevestigt dat zij voornemens is om op korte termijn de aanwijzing aan de NZa te geven. De minister geeft aan dat zij in haar voornemen heeft meegewogen dat vanaf 2022 zowel monodisciplinaire als integrale bekostiging mogelijk blijven; dat zij met deze aanwijzing dus niet vooruitloopt op haar besluit over de stip op de horizon - alle opties blijven open – terwijl ze wel de duidelijkheid geeft die de Integrale Geboortezorg Organisaties (IGO) nodig hebben om de komende jaren door te kunnen gaan. De aanwijzing aan de NZa is door de minister daarentegen niet uitgestuurd vandaag.
Brief KNOV aan de Tweede Kamer
In voorbereiding op de vergadering van de vaste Kamercommissie voor VWS morgen, heeft de KNOV vandaag een brief aan de Tweede Kamer gestuurd. In deze brief geven we aan dat we het besluit van de minister betreuren. Helaas vindt de minister het nodig om alsnog een beslissing te nemen, terwijl dit niet nodig is voor de voortgang van de IGO’s. Via het verlengen van het experiment met één jaar is het mogelijk dat de IGO’s hun experiment voortzetten. In onze brief geven we bovendien aan dat, gezien de verdeeldheid in het werkveld en het ontbreken van breed draagvlak, het in onze ogen onwenselijk is wanneer een demissionair minister een dergelijk besluit met verstrekkende gevolgen voor een specifieke beroepsgroep neemt. Daarom roepen wij in de brief de leden van de vaste Kamercommissie voor VWS op dit een halt toe te roepen door de brief van de minister controversieel te verklaren.