Afgelopen week verzocht het CDA in de Tweede Kamer de minister om schriftelijke vragen over de jaarverantwoording te beantwoorden. Minister Helder ziet geen aanleiding om de regeling Openbare jaarverantwoording (uitvloeisel van de Wtza) te herzien en gaat niet in op het alternatieve voorstel van de Eerstelijnscoalitie waarvan de KNOV deel uitmaakt. Dit meldde zij op 7 maart aan de Tweede Kamer en dat riep vragen op.
Met deze Kamerbrief van 7 maart bevestigt de minister wat eerder in gesprekken met de Eerstelijnscoalitie het Ministerie van VWS en de NZa naar voren is gekomen. VWS gaat niet in op het alternatieve voorstel van de Eerstelijnscoalitie. Daarin pleiten we onder andere voor een uitzonderingspositie voor de eerste lijn en/of voor kleinere zorgaanbieders. Omdat de gevraagde tijdsinvestering voor deze groep niet opweegt tegen wat het oplevert, en omdat we zorgen hebben over privacyaspecten.
Onderzoeksresultaten onvoldoende
VWS heeft extern onderzoeksbureau Improven onderzoek laten doen naar de impact van de verplichte openbare jaarverantwoording in de praktijk. Zowel de Eerstelijnscoalitie (ELC) als vertegenwoordigers van accountants hebben een vernietigende reactie naar Minister Helder gestuurd over de onderzoeksresultaten. De kwaliteit van het onderzoek is onvoldoende, onder meer omdat de conclusies zijn gebaseerd op de inbreng van slechts één zorgverlener en op de ongefundeerde inschatting van de onderzoekers.
Het CDA deelt onze zorgen over de jaarverantwoording en heeft deze week om een nieuwe schriftelijke vragenronde gevraagd. Tweede Kamerleden kunnen tot 4 april vragen indienen, die minister Helder binnen enkele weken zal beantwoorden.
Samen met de andere partijen in de Eerstelijnscoalitie blijven we ons als KNOV verzetten tegen de toenemende stapeling van verantwoordingseisen, regeldruk, data-uitvragen en daarmee samenhangende administratieve lasten voor onze leden.
Waar gaat dit precies over?
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. Die bevat verschillende verplichtingen voor zorgaanbieders, waaronder een verplichting tot een openbare jaarverantwoording. Zorgaanbieders moeten vanaf 2023 verantwoording afleggen over het voorgaande boekjaar. Voor bepaalde praktijken moet dat over 2022 vóór 1 juni 2023 al ingediend zijn.
Wat doet de ELC en wat hebben we bereikt?
Als Eerstelijnscoalitie hebben we vanaf het allereerste uur onze zorgen geuit over het nut en de noodzaak van deze wet, en specifiek ook over de gegevensuitvraag van de jaarverantwoordingsplicht in relatie tot onder andere de toename van de administratieve lastendruk en de vraag of de komst van deze nieuwe regels het beoogde doel (financiële/maatschappelijke verantwoording) dient. We zien niet de toegevoegde waarde van de gevraagde tijdsinvestering voor het afdekken van ernstige risico’s in de praktijkvoering of voor de zorg voor patiënten. We richten ons hierin op de minister van Ontregel de zorg, benaderen Kamerleden en delen onze zorgen met de media.
Onze inzet tegen de Wtza heeft in een eerdere fase al opgeleverd dat zorgaanbieders met minder dan 25 zorgverleners géén interne toezichthouder hoeven aan te stellen, waar dat eerder wel het plan was. Door onze inspanningen op de jaarverantwoording hebben we wel successen geboekt, namelijk:
- dat een accountantsverklaring niet langer verplicht is voor praktijken met een omzet tot 12 miljoen euro per boekjaar,
- dat de financiële verantwoording voor eenmanszaken beperkt is tot een aantal ratio’s om de privacy te beschermen,
- dat dubbele uitvragen van gegevens (door zorgverzekeraars en het Zorginstituut) worden voorkomen (de NZa heeft bevestigd hierop toe te zien),
- en dat de minister zich heeft voorgenomen de openbaarmakingstermijnen tijdelijk te verruimen.
Bekijk ook ons laatste nieuwsbericht hierover.