Nieuwsbericht

26 juli 2017

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft de tarieven voor verloskundige zorg opnieuw berekend op basis van het tarievenonderzoek dat eind vorig jaar is afgenomen bij 184 praktijken. Bij het bekend maken van de beleidsregel verloskunde 2018 zijn de nieuwe tarieven ook gepubliceerd.

Het tarief voor de verloskundige zorg zal per 1 januari 2018 worden herzien naar € 1.484. Als we het huidige tarief 2017 (€ 1.310) vergelijken met het nieuwe tarief, gaat het om een stijging van 13%. Dat is een mooi resultaat waarmee de achterstand in het tarief per 2018 wordt hersteld.

Structureel gaat het om een bijstelling van het tarief met +9%. Dit percentage is het verschil tussen het structureel tarief 2015 van € 1.293 (definitief 2015) en het herijkte tarief op basis van de uitkomsten van het kostenonderzoek 2015 van € 1.411.

De normpraktijk blijft gelijk, hoe zit dat?

De uitkomsten van het onderzoek over 2015 zijn lastig vergelijkbaar met de uitkomsten van het onderzoek 2009, vanwege een andere fte-definitie. Voorheen werd gerekend met fte verloskundige (2009) en in het nu verrichte onderzoek met fte eigenaar (2015). De NZa heeft na KPMG onderzoek in 2013 besloten deze definitie te hanteren voor alle tariefberekeningen in de eerstelijns zorg, deze definitie is daarom ook meegenomen in de herijking van het verloskundig tarief. Dit zorgt voor een relatief hogere norm, omdat er meer verloskundigen zijn dan praktijkeigenaren.

Uit het onderzoeksrapport van SIS/Ecorys over 2015 blijkt dat een gemiddelde fulltime verloskundige-eigenaar 93 zorgeenheden bedient en dat het begeleiden van zwangere vrouwen gemiddeld 88,3% van de totale opbrengst van een praktijk uitmaakt. Bij de berekening van de tarieven wordt uitgegaan van een praktijk die alle inkomsten haalt uit verloskundige trajecten (100% zorgeenheden praktijk). Waarbij de 88,3% (93 zorgeenheden) teruggerekend wordt naar 100% (105 zorgeenheden).

De NZa constateert dat het aandeel van overige opbrengsten is gestegen tot 11,7%. De NZa hanteert in haar systematiek dat het tarief kostendekkend is voor het begeleiden van zwangere vrouwen en overige opbrengsten (bijv. extra echo's) hier daarom niet onder vallen.

De NZa baseert de normpraktijk op het landelijk gemeten gemiddelde en benadrukt dat zij hiermee geen norm oplegt.

Wij gaan ervan uit dat de zorgverzekeraars deze uitkomsten in de contractering voor het jaar 2018 meenemen zodat de achterstand in het tarief gerepareerd wordt. Voor meer informatie zie het nieuwsbericht van de NZa.