Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat een infectie met COVID-19 (ook wel SARS CoV-2) bij zwangere vrouwen anders verloopt dan bij de algehele populatie. Omdat er nog niet veel data beschikbaar zijn over zwangere vrouwen en hun kinderen hebben de NVOG, KNOV, NVK en RIVM besloten de RCOG-richtlijn te volgen.
Voor meer informatie verwijzen we u naar onze Corona-pagina. Hier vindt u o.a. ook de ‘Flowchart COVID-19’, die van hulp kan zijn om richting te geven aan beleid hoe om te gaan met zwangeren die verdacht worden van SARS-CoV-2 of een bewezen besmetting hebben. In aanvulling van deze landelijke flowchart heeft de KNOV deze vertaald naar de eerstelijns praktijk.
Beschermingsmiddelen
Het is van belang dat er regionaal voorbereidingen getroffen worden. Daarnaast is toegang tot beschermingsmiddelen nodig. GGD GHOR Nederland inventariseert regionaal wat de behoefte is, maar verloskundigenpraktijken worden hierbij veelal vergeten. Daarom heeft de KNOV een landelijk signaal afgegeven bij de GGD GHOR, het RIVM en VWS.
De distributie van beschermingsmateriaal blijft via de ROAZ lopen, dus regionaal. Dus zaak om je daar tijdig te melden.
Als een verloskundige te maken krijgt met een door Corona besmette zwangere vrouw dan krijgt de verloskundige voorrang om beschermend materiaal te krijgen bij een ROAZ.