Op 9 september 2020 publiceerde de NZa haar Advies toekomst bekostiging integrale geboortezorg. Eerder hebben wij al laten weten daarover met verschillende partijen, waaronder de minister, de afgelopen maanden gesproken te hebben om onze grote zorgen te uiten. Desondanks heeft de minister de Tweede Kamer op 7 december 2020 geïnformeerd voornemens te zijn de NZa een aanwijzing te geven om het experiment integrale bekostiging in de reguliere bekostiging op te nemen.
Gisteren hebben wij een brief aan de bestuursvoorzitter van de NZa geschreven, waarin we ongewenste effecten dat het advies in zich heeft, aan de kaak hebben gesteld. Wij hebben de NZa verzocht het advies nogmaals grondig onder de loep te nemen en aan te passen. In een brief aan de minister met bijgesloten de brief aan de NZa die we vandaag hebben verzonden, verzoeken wij de minister haar beslissing met betrekking tot de aanwijzing op te schorten in afwachting van een aangepast advies van de NZa. Van deze brief aan de minister hebben we de voorzitter en leden van de Tweede Kamer op de hoogte gesteld.
Een recent voorbeeld waarbij een ziekenhuis een IGO heeft opgezet bevestigt onze eerdere bezwaren en de voorziene negatieve uitwerkingen:
- De keuzevrijheid voor de zwangere vrouw wordt verminderd: eenmaal gekozen voor de IGO zit je vast aan het ziekenhuis en de aangesloten verloskundigen.
- Het belang van de zwangere staat niet centraal. Verschillende zorgprofessionals, ook uit de nuldelijn en eerstelijn buiten de IGO (bv het sociaal wijkteam of de fysiotherapeut) zijn nodig voor kwalitatief goede zorg aan de zwangere (meer bundelbrekers). De verloskundige werkt daar nu al steeds meer mee samen én heeft hierin een regiefunctie.
- De samenwerking in de regio staat zwaar onder druk: ziekenhuis en eerstelijn komen op gespannen voet te staan.
Het advies van de NZa legt de basis voor een verdere medicalisering van de geboortezorg in plaats van meer nadruk op de gewenste preventie. Hierdoor komt de juiste zorg niet op de juiste plek wat niet alleen effecten zal hebben op de kwaliteit van de geboortezorg, maar ook op de samenwerking tussen ketenpartners. De verschuiving naar de tweedelijn zal bovendien tot forse kostenstijgingen leiden. Cijfers van de NZa laten zien dat de gemiddelde kosten per patiënt reeds het meest hardst stijgen bij integrale bekostiging (NZa, stand van de zorg 2020).
Het idee achter het NZa advies was dat integrale bekostiging de zwangere vrouw centraal zou stellen en dat samenwerking tussen aanbieders zou worden gestimuleerd. Mede op basis van de recente praktijkervaring kunnen we stellen dat dit niet gerealiseerd gaat worden en dat het advies juist zelfs een averechts effect oplevert. Vanuit de KNOV willen we dat nu een halt toe roepen.
We willen daarmee de NZa verzoeken terug naar de tekentafel te gaan om samen met ons en andere stakeholders te onderzoeken wat voor de geboortezorg nu een passende financiering is. Er zijn leden die werkzaam zijn in een IGO en er zijn leden die zich op andere manieren georganiseerd hebben. Er is geen goed of fout, maar we zien wel dat wanneer je de integrale bekostiging in de reguliere financiering zet dit ongewenste effecten heeft, die we eerder niet hadden voorzien.
Alle verloskundigen (onze leden) ongeacht hoe ze zich organiseren moeten hun werk kunnen blijven uitvoeren. Wij hebben graag contact met jullie. Je kan hiervoor contact opnemen met de SPM van jouw regio. We proberen jullie ook zelf actief te benaderen.