Nieuwsbericht

23 december 2024

Naar aanleiding van het commissiedebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg van 19 december brengen wij jullie op de hoogte van de laatste stand van zaken omtrent de wet DBA. Op 17 december 2024 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën) een brief gestuurd aan Tweede Kamer. De minister informeert hierin over de gevolgen van de opheffing van het handhavingsmoratorium op de wet DBA met betrekking tot de kwalificatie van de arbeidsrelaties voor de loonheffingen in de zorg.  

Handhaven zonder handhavingsmoratorium: een zachte landing 

Er zal sprake zijn van een ingroeimodel. In 2025 worden geen verzuim- en vergrijpboetes opgelegd aan partijen die aantoonbaar actief aan de slag zijn met de juiste kwalificatie van een arbeidsrelatie. Er kan wel sprake zijn van een naheffing, maar in eerste instantie zal er een gesprek plaatsvinden waarin gewezen wordt op de verantwoordelijkheden. Wanneer hier geen vervolgacties op ingezet worden, kan er een boekenonderzoek ingezet worden waarbij ook een naheffing zal volgen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025. Pas in 2030 kunnen tot 5 jaar terug correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen worden opgelegd door de belastingdienst.  

Werk volgens modelovereenkomsten 

Fleur Agema geeft in haar brief aan: ‘Ook vaste waarnemers in de eerstelijnszorg kunnen in algemene zin niet als zzp’er werken. Voor assistenten en anderszins ondersteunende zorgmedewerkers geldt hetzelfde. Voor de echt ondernemende zelfstandigen blijft in zorg en welzijn onveranderd ruimte.’ 

Ook wordt in de brief vermeld dat alle goedgekeurde modelovereenkomsten gerespecteerd worden tot 2029. De modelovereenkomsten voor verloskundigen zijn goedgekeurd tot 1 januari 2028. Deze worden dus niet opnieuw verlengd.  

Deze overeenkomsten maken vooraf duidelijk dat de waarnemer en/of praktijkmedewerker daadwerkelijk zelfstandig werkt en dat de opdrachtgever geen loonheffingen hoeft af te dragen, omdat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer. Hierbij is het wel van groot belang dat je in de praktijk ook werkt volgens de afspraken in de overeenkomsten en je ook gedraagt als echt ondernemende zelfstandigen.  

Controleer of je in de praktijk werkt volgens de modelovereenkomsten  

Bij een controle beoordeelt de Belastingdienst naast het contract vooral hoe er daadwerkelijk in de praktijk wordt gewerkt. Het is daarom erg belangrijk om samen met je opdrachtgever of waarnemer na te gaan of de feitelijke manier van werken overeenkomt met wat daarover is afgesproken en opgenomen in de overeenkomst. Let daarbij op de geel gearceerde teksten in de modelovereenkomsten die van belang zijn bij het onderscheid tussen zelfstandigheid en dienstverband.    

Ga met elkaar in gesprek 

We raden waarnemers en praktijkhouders aan om na te denken over de toekomstplannen en met elkaar in gesprek te gaan. Is de gewenste manier van werken toegestaan binnen de regels van de Wet DBA, en hoe kun je samen tot een passende oplossing komen 

Voorgelegde vragen en casuïstiek 

Eerder dit jaar hebben we formeel vragen en casuïstiek voorgelegd aan de Belastingdienst en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). We zijn nog in afwachting van een inhoudelijke reactie. Wij houden jullie op de hoogte.

Ook interessant