Nieuwsbericht

09 september 2021

Het kabinet blijft doof voor de bezwaren van huisartsen, tandartsen, verloskundigen, fysiotherapeuten en andere kleine eerstelijnszorgverleners tegen de verplichting om voortaan elk jaar een lange vragenlijst over hun financiële huishouding te beantwoorden. De door de Eerstelijnscoalitie aangedragen alternatieven schuift staatssecretaris Blokhuis van VWS terzijde, zo blijkt uit de meest recente brief die hij over de regeling Jaarverantwoording Wmg aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Twee uur kost het de praktijkhoudende zorgverlener volgens de staatssecretaris om een vragenlijst, die misschien wel meer dan 100 vragen gaat tellen, in te vullen. Hoeveel het er precies zullen zijn is nog niet bekend: naast de 65 vragen van het ministerie gaan toezichthouders IGJ en NZa (en mogelijk het CBS) er nog een trits voor eigen gebruik aan toevoegen.

54.000 uren voor de zorg aan patiënten gaan verloren

Zelfs al zou het beantwoorden van de vragen de geschatte twee uur per zorgaanbieder kosten, dan nog gaan er bij 27.000 kleinschalige zorgaanbieders die onder de nieuwe regels gaan vallen in totaal 54.000 kostbare uren per jaar verloren, die rechtstreeks ten koste gaan van de zorg voor patiënten.

Eerstelijnscoalitie heeft goede alternatieven

De Eerstelijnscoalitie, een samenwerkingsverband van de eerstelijnsorganisaties InEen, KNGF, KNMP, KNMT, KNOV, LHV, LVVP, NVM-mondhygiënisten en ONT, heeft de staatssecretaris in gesprekken en per brief alternatieven aangeboden voor de in haar ogen tijdverslindende en overbodige vragenlijsten. Die houden primair het beter benutten in van bestaande informatie die allerlei instanties nu al uitvragen bij zorgaanbieders. Ze houden enerzijds het doel van het ministerie voor ogen, namelijk maatschappelijke verantwoording afleggen over de besteding van de collectieve middelen. Anderzijds zorgen de alternatieven in tegenstelling tot de vragenlijsten van VWS niet voor onnodige extra regeldruk.

Overhaaste invoering is vragen om problemen

In zijn brief aan de Tweede Kamer geeft de staatssecretaris nu aan de alternatieven naast zich neer te leggen. Tegelijkertijd geeft hij aan de regeling Jaarverantwoording Wmg met stoom en kokend water te willen vaststellen, namelijk uiterlijk 21 september aanstaande. Dat zou betekenen dat zorgaanbieders een minimale drie maanden hebben om de nieuwe regels tot zich te nemen en zich erop voor te bereiden. De Eerstelijnscoalitie ziet dat als het paard achter de wagen spannen: zo roep je een administratieve chaos over je af, terwijl je zorgaanbieders op zijn minst een zorgvuldige voorbereiding mag gunnen.

Verantwoordingsregeling onderdeel breder pakket maatregelen

De vragenlijsten voor de jaarlijkse financiële verantwoording vloeien voort uit bredere wetgeving gericht op het bestrijden van fraude en versterken van het toezicht in de zorg. In de eerder aangenomen Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) zijn nog meer verplichtingen opgenomen, zoals een meldplicht, vergunningsplicht en eisen aan de bestuursstructuur.

(Ont)regel de Zorg alleen met de mond beleden

Al bijna vijf jaar lang probeert de Eerstelijnscoalitie constructief mee te werken aan de wet, waarvan ze de doelstellingen deelt. Tegelijkertijd moet de coalitie zich permanent inspannen om de regeldruk niet onnodig op te laten lopen. Op het ministerie lijkt de met de mond wel beleden wens om de zorg te ‘ontregelen’ toch telkens weer ondergeschikt aan het belang van het opstellen van nieuwe regels. Het verzamelen van informatie uit allerhande vragenlijsten lijkt een doel op zich geworden, in plaats van een middel om misbruik van zorggelden aan te pakken. De coalitie heeft meerdere malen duidelijk gemaakt dat de verantwoordingsregeling onuitvoerbaar is voor kleinschalige zorgaanbieders en bovendien niet nodig aangezien fraude in de eerstelijnszorg nauwelijks voorkomt en door deze nieuwe regeling ook niet voorkomen gaat worden.

Verplichte accountantsverklaring is vervallen

Gelukkig heeft de Eerstelijnscoalitie op een aantal belangrijke punten het ministerie van VWS al wel weten te overtuigen de regels aan te passen. Zo zouden aanvankelijk alle zorgaanbieders naast de financiële verantwoording ook elk jaar een vele uren en miljoenen euro’s verslindende accountantsverklaring moeten opleveren. Die verplichting is er nu alleen nog voor grote zorginstellingen, namelijk die met een omzet van meer dan 12 miljoen euro. Lees ook ons eerdere bericht: Geen accountantsverklaring nodig voor kleine zorgaanbieders.