Nieuwsbericht

26 november 2020

De nieuwe regels voor de openbare jaarverantwoording zijn onuitvoerbaar en kosten eerstelijns zorgverleners minstens 100 miljoen euro. Dat is onaanvaardbaar voor alle eerstelijnscoalitiepartners, die willen dat de ministeriële regeling terug naar de tekentafel gaat. Daarom heeft de KNOV vandaag de brief aan minister Hugo de Jonge mede-ondertekend, samen met onze eerstelijnspartners LHV, KNMT, KNMP, KNGF, ANT, LVVP, InEen, NVvP, NVM-mondhygiënisten en de ONT.

Regeling niet in verhouding met realiteit

De nieuwe eisen vloeien voort uit bredere wetgeving gericht op het bestrijden van fraude en versterken van het toezicht in de zorg. In de eerder aangenomen Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) zijn meer verplichtingen opgenomen, zoals een meldplicht, vergunningsplicht en eisen aan de bestuursstructuur. De regeling omtrent de openbare jaarverantwoording waar het vandaag over gaat is een uitwerking van enkele wijzigingen die met deze wet samenhangen.

Binnen de eerstelijnszorg komt fraude echter nauwelijks voor, terwijl de impact van de regeling groot is. Wij vinden het dan ook disproportioneel om een hele sector aanvullende informatie te laten verstrekken met het oog op fraudebestrijding, terwijl uit onderzoek blijkt dat fraude bij ons, kleinschalige eerstelijns zorgaanbieders nauwelijks voorkomt.

Daarnaast blijkt het ook onuitvoerbaar voor zorgverleners én accountants. Accountants kunnen op basis van de nu gestelde verplichtingen namelijk geen goedkeurende verklaring afgeven, omdat binnen de eerstelijnszorg de noodzakelijke organisatiestructuur, met scheiding van functies, ontbreekt.

Kleine zorginstellingen zijn anders dan de grote

Dit raakt ook gelijk aan het overkoepelende bezwaar dat de eerstelijnscoalitie heeft aangedragen. Deze wetgeving is opgesteld met grote zorginstellingen in gedachten. Kleinschalige eerstelijns zorgaanbieders zijn echter heel anders georganiseerd. De zorgverlener, zoals een verloskundige, is zelf ook de praktijkhouder. Elke nieuwe administratieve last gaat dus rechtstreeks ten koste van tijd voor cliënten.

VWS en Minister Van Ark reageren al

Er zijn al binnen een dag reacties vanuit het ministerie gekomen. VWS heeft inmiddels contact gezocht om een afspraak te maken. Ook minister Tamara van Ark (Medische Zorg) heeft vandaag al via de media laten weten snel met de koepelorganisaties in gesprek te gaan over de wet. “Ik vind de balans tussen enerzijds voldoende verantwoording - om te voorkomen dat geld dat voor de zorg is bedoeld daar niet terechtkomt - en anderzijds zo min mogelijk administratieve lasten heel belangrijk”, aldus de minister.

We houden jullie op de hoogte.