Nieuwsbericht

30 december 2013

De KNOV lanceert het nieuwe standpunt ‘Voorlichting over pijn en pijnbehandelingen tijdens de baring’. Dit standpunt bespreekt de voor- en nadelen van 16 comfortverhogende pijnbehandelingen en 4 medicamenteuze pijnbehandelingen.

Het KNOV- standpunt 'Voorlichting over pijn en pijnbehandelingen tijdens de baring' beschrijft wat baringspijn is en welke effecten deze pijnbehandelingen hebben op de baringspijn en op het verloop van de bevalling. Ook zijn de consequenties voor moeder en kind in kaart gebracht. Deze informatie kan de verloskundige gebruiken om de cliënt goed voor te voorbereiden op de bevalling.

Nieuw onderzoek naar effectiviteit

De afgelopen jaren zijn er nieuwe onderzoeksresultaten over de effectiviteit van de diverse behandelingen en interventies verschenen. Er is meer duidelijkheid over de veiligheid en gevolgen van de behandelingen voor moeder en kind. Ook zijn er nieuwe inzichten over de rol die verwachtingen en cognities (kennis, ideeën en overtuigingen) spelen bij de voorbereiding op de bevalling. Een samenvatting van de belangrijkste effecten en praktische overwegingen staan in het standpunt.

Welke interventies?

Het standpunt behandelt interventies waar geen medicijnen aan te pas komen. Omdat deze interventies vooral gericht zijn op het omgaan met de pijn, de angst voor de pijn en het verhogen van het comfort, heten ze comfortverhogende interventies. Zoals continue ondersteuning, baden en het veranderen van houding, masseren, hypnose en steriel waterinjecties. Daarnaast bespreekt het standpunt vier medicamenteuze pijnbehandelingen die plaatsvinden in het ziekenhuis of in het geboortecentrum: epiduraal analgesie (ruggenprik), opioïden (pethidine en remifentanil) en lachgas (Relivopan®).

Verloskundige: de persoon om zwangeren voor te bereiden

De CBO-richtlijn beveelt aan de zwangere rond de 30e zwangerschapsweek voor te lichten over de diverse pijnbehandelingen. Verloskundigen nemen deze taak serieus. Daarom is het belangrijk dat zij over actuele en betrouwbare informatie beschikt om de zwangere en haar partner voor te lichten en hun vragen te kunnen beantwoorden.

Actualisering van bestaande richtlijnen

Het standpunt dient als aanvulling op drie richtlijnen, namelijk de KNOV-standaard Niet-vorderende ontsluiting (2006)1, de multi-disciplinaire CBO-richtlijn Medicamenteuze pijnbehandeling tijdens de baring (2008)2 en de KNOV-standaard Prenatale verloskundige begeleiding (2009)3.