Nieuwsbericht

22 juli 2021

In februari van dit jaar is een motie van de Kamerleden Laan-Geselschap en Tellegen aangenomen, waarin de kamer de regering oproept te onderzoeken of prenatale screening aangemerkt kan worden als reguliere medische zorg, waarbij de kwaliteitseisen gewaarborgd blijven. De focus van de vraag ligt op de organisatie van de prenatale screening als bevolkingsonderzoek.

Tekst motie

“constaterende dat de dertienwekenecho voor alle zwangere vrouwen in Nederland pas vijf jaar na het advies van de Gezondheidsraad zal worden ingevoerd;
constaterende dat deze vertraging (mede) wordt veroorzaakt doordat prenatale screening is ondergebracht bij de Wet op het bevolkingsonderzoek;
constaterende dat niet het systeem maar de zwangere vrouw centraal moet staan bij het vormgeven van de zwangerschaps- en geboortezorg;
verzoekt de regering, te onderzoeken of prenatale screening aangemerkt kan worden als reguliere medische zorg (Zorgverzekeringswet), waarbij de kwaliteitseisen natuurlijk gewaarborgd blijven, en de Tweede Kamer hierover in 2021 te informeren.”

Onderzoek

VWS heeft naar aanleiding van deze motie een opdracht gegeven aan onderzoeksbureau AEF (Andersson Elffers Felix), die deze zomer zal starten. AEF zal aan de hand van drie sporen een analyse maken van de voor- en nadelen van de huidige organisatie van de prenatale screening in relatie tot de geboortezorg. Hierbij zal AEF ook het scenario meenemen dat de prenatale screening onder de reguliere zorg komt te vallen en eventuele alternatieve scenario’s. De drie sporen zijn:

- het perspectief van de zwangere vrouw en hun partner op de organisatie van de prenatale screening;
- de visies van de betrokken veldpartijen op de organisatie van de prenatale screening;
- een internationale vergelijking met enkele andere Europese landen.

AEF zal ook een literatuuronderzoek uitvoeren waarbij eerdere adviezen betrokken zullen worden, bijvoorbeeld van de Gezondheidsraad en Zorginstituut Nederland.

Interviews

In het kader van dit onderzoek zal AEF de komende maanden verschillende interviews afnemen. Met zwangere vrouwen (en hun partner), maar ook met relevante veldpartijen en beroepsgroepen, waaronder dus ook de KNOV. De leden van de expertgroep Prenatale Screening KNOV zullen hierbij betrokken worden. We zullen zelf ook onderzoeken wat voor verloskundigen mogelijke consequenties kunnen zijn, en dit meegeven in de interviews.

Uitkomsten

De planning is dat de resultaten december 2021 opgeleverd en met de Tweede Kamer gedeeld worden. De organisatie van de prenatale screening is al vaker onderwerp van gesprek geweest in de Tweede Kamer. In 2020 heeft de staatssecretaris van VWS een brief aan de Tweede Kamer verstuurd met daarin zijn kijk op de organisatie van de prenatale screening en daarbij de verschillen met de reguliere geboortezorg toegelicht (Kamerstuk 29 323, nr. 140).