Nieuwsbericht

12 maart 2019

Dinsdag 5 maart jl. is de KNOV aanwezig geweest bij een bijeenkomst waarin, vanuit VWS, een nadere toelichting is gegeven op verschillende thema’s die relevant zijn rond de Brexit.

Brits

Iedere Brit die in Nederland werkt op basis van diploma dat voor 29 maart 2019 erkend is, kan hier blijven werken op basis van de BIG-registratie. Bij een ‘no-deal Brexit’ vervalt het vrije verkeer van werknemers, diensten en vestiging, waaronder de erkenning van Britse kwalificaties. De procedures die hieromtrent gaan gelden na 29 maart zullen wijzigen en langer tijd nemen.

Als het gaat om het verlenen van zorg aan Britten is belangrijk te weten dat bij een ‘no-deal Brexit’ de Europese dekking van de NHS vervalt. Britten zijn voor hun zorg in Nederland dus niet meer automatisch verzekerd. Zorgkosten moeten bijvoorbeeld door een reisverzekering zijn gedekt. Het ministerie adviseert voor behandeling de verzekering te checken. Als er toch sprake is van behandeling van een onverzekerde kunt u terug vallen op de Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden.

Medicijnen

Het ministerie van VWS heeft regie genomen als het gaat om het garanderen van de beschikbaarheid van medicijnen. Hiervoor is in kaart gebracht welke medicijnen op een of andere manier een afhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk hebben. Vervolgens is geïnventariseerd bij welke medicijnen een kritische afhankelijkheid bestaat. Dit is een lijst met, op dit moment, 50 medicijnen. Het ministerie streeft er naar om voor al deze medicijnen voor 29 maart een oplossing te hebben. Vanuit de KNOV zijn de namen van medicijnen die in de verloskunde worden gebruikt (en cruciaal zijn) aangeboden aan het ministerie om te controleren of ze op ‘de lijst van 50’ staan. Een reactie daarop moet nog binnen komen.

Daarnaast zijn er zo’n 2.700 medicijnen met een Britse afhankelijkheid in Nederland in gebruik. De verwachting is dat, mocht dat nodig zijn, voor deze medicijnen alternatieve leveranciers gevonden kunnen worden.

Hulpmiddelen

Geschat wordt dat zo’n 15% van de in Nederland gebruikte hulpmiddelen een erkenning heeft
die is afgegeven door een Brits instituut. De leveranciers van die middelen zullen naar verwachting tijdig een route via een ander Europees land inregelen. Tekorten worden dan ook niet voorzien.