Nieuwsbericht

28 februari 2025

Deze maand bezocht het KNOV-bestuur Kring Tilburg. Het was de tweede keer dat de Kring het bestuur uitnodigde om ontwikkelingen te delen binnen de regio. Het bestuur geeft graag gehoor aan deze uitnodigingen, want bezoeken in de regio helpen om gezamenlijk koers te houden.


Voorzitter Marieke Smith en directiesecretaris Bianca Winants troffen de Kring op hun Algemene Ledenvergadering en bespraken actuele onderwerpen. 

Ontwikkelingen VSV

Binnen het VSV is ingezet op actieve werkgroepen waarin alle leden geacht worden deel te nemen en dit heeft de betrokkenheid van de leden verhoogd. Elke werkgroep heeft een voorzitter die terugkoppelt richting het VSV*. Het werken met concrete doelen en een jaarplan, draagt bij aan het behalen van gezamenlijke successen. De door ZonMw toegekekende subsidie vanuit het ‘Versterkingsprogramma VSV’s', zorgt voor extra middelen, bijvoorbeeld om externe expertise in te schakelen. Het blijft een uitdaging om iedereen binnen de VSV betrokken te houden. Ondanks de genomen maatregelen zijn veel leden nog onvoldoende op de hoogte zijn van wat er speelt.

Gelijkwaardigheid

Er werd gesproken over de ervaren gelijkwaardigheid van de verschillende partijen binnen het VSV. De KNOV heeft bij de totstandkoming van het Basiskader voor VSV’s scherp op gelijkwaardigheid van de partijen en afbakening van integrale onderwerpen gezeten. In de regio Tilburg wordt dit niet als problematisch ervaren; er is sprake van gelijke invloed van alle partijen aan tafel. In de regio probeert men de lijnen kort te houden en de communicatie effectief te stroomlijnen.  

Capaciteit en samenwerking

Capaciteit in het ziekenhuis

Uiteraard wordt ook capaciteit besproken. Er wordt gewerkt met het 'harmonicamodel', dat ervoor zorgt dat de beschikbare capaciteit optimaal wordt benut en inleidingen soepel worden gepland. Dit voorkomt frictie en draagt bij aan efficiënte zorg. Verloskundigen en gynaecologen in de regio hanteren gezamenlijk het uitgangspunt dat inleidingen bij voorkeur pas vanaf 41 weken zwangerschap plaatsvinden. Een essentieel onderdeel van dit model is het vrijhouden van een verloskamer voor eerstelijns spoed en het inzetten van eerstelijnskamers binnen het ziekenhuis. Dit zorgt voor een gestroomlijnde zorgverlening en een goede balans in de capaciteit. Regelmatig overleg helpt om de beschikbaarheid continu te monitoren en waar nodig bij te sturen.

Beperkte kraamzorg: een gezamenlijke uitdaging

Naast de ziekenhuiscapaciteit speelt ook de kraamzorgcapaciteit een grote rol. In de regio is kraamzorg beperkt tot zes dagen, in plaats van de gebruikelijke acht. Dit vormt een uitdaging voor zowel zorgverleners als gezinnen, terwijl zorgverzekeraars hier financieel van profiteren. Het besef groeit dat een betere samenwerking en afstemming noodzakelijk zijn om aan de zorgbehoefte van de regio te blijven voldoen.

Voorkomen van adhoc-oplossingen: denken in structurele verbeteringen

Het is belangrijk om het zorgsysteem niet ongemerkt uit te hollen door te snel toe te geven aan noodoplossingen. Voordat we veranderingen doorvoeren, moeten we eerst inzicht krijgen in de kern van het probleem en bepalen hoe we onze zorg duurzaam kunnen organiseren en behouden.

Meer zorgverleners, minder zwangeren – maar toch toenemende druk

Marieke geeft aan dat er veel onduidelijkheid bestaat over capaciteit. Vaak wordt personeelstekort als de kern van de problematiek genoemd, maar een analyse van de KNOV laat een ander beeld zien: er zijn momenteel meer verloskundigen en meer obstetrie- en gynaecologieverpleegkundigen dan ooit, terwijl het aantal zwangeren juist afneemt. Toch ervaren we een groeiende werkdruk. Dit komt onder andere door een stijgende administratielast en het toenemende aantal echo’s en CTG’s waarop we direct acteren, zonder dat we voldoende monitoren wat de bredere impact hiervan is.

Deze ontwikkelingen roepen belangrijke vragen op voor de landelijke bespreektafels:

  • Voeren we de juiste zorg uit; doen we de juiste dingen?
  • Hoe behouden we het werkplezier en de toekomstbestendigheid van onze beroepsgroep?

Door kritisch naar deze vraagstukken te kijken en samen te werken, kunnen we onze zorg optimaliseren en toekomstbestendig maken.

Platforms voor verloskundigen

In de regio is er veel uitstroom van jonge verloskundigen. Oorzaken van deze uitstroom worden gezien in de hoge werkdruk, maar mogelijk ook in een gebrek aan realistisch inzicht in het beroep. Dit zorgt voor verdeeldheid binnen de beroepsgroep. Er wordt aangegeven dat de opleidingen beter zouden moeten inspelen op een realistisch beeld van het werk. De KNOV werkt aan het vastleggen van de beroepsidentiteit, van hieruit worden het beroepsprofiel en later ook het onderwijsprofiel opgebouwd. Dit zal op langere termijn zeker effect hebben op de beroepsgroep als geheel.

Daarnaast benadrukt Marieke het belang van aansluiting bij de KNOV-platforms voor de verschillende verloskundige settings. Alle leden maken deel uit van een platform afhankelijk van hun werksetting; bijvoorbeeld klinisch verloskundigen, praktijkhouders en verloskundigen in opleiding. De KNOV zorgt er zo voor dat alle verloskundigen gehoord en geïnformeerd worden over zaken die voor hun werksetting van belang zijn. Bovendien kunnen collega’s elkaar makkelijk vinden, ervaring uitwisselen en elkaar verder op weg helpen.

Wet DBA en waarnemers

De consequenties van de Wet DBA, vinden de aanwezigen spannend. Het vraagt om een andere manier van kijken en handelen en daarbij is nadrukkelijk behoefte aan ondersteuning en daadkracht vanuit de KNOV. Marieke noemt dat er binnen de beroepsgroep veel verschil is in (gewenste) toekomstbeelden, ook rondom organisatie van de eerste lijn. Dit wordt komend jaar in scenario’s uitgewerkt en besproken op ledendagen en ALV’s.

Zelfreflectie in de regio

Verloskundigen in de regio reflecteren ook op hun eigen rol, als poortwachters van de fysiologie. Verloskundigen hebben door de jaren heen taken op zich genomen die niet per definitie goed zijn voor de focus op de fysiologie. En bovendien de werkdruk verhogen. We zijn volgens Marieke van het 'verloskundig pad' geraakt. De KNOV richt zich op werken vanuit vakinhoud en beroepsidentiteit; waar zijn we als verloskundigen nou écht van, wat is onze maatschappelijke meerwaarde en hoe maken we deze ook zichtbaar. Als we daar samen in optrekken kunnen we naar buiten treden met één stem. Gesprekken tijdens ALV’s, ledendagen en vooral ook in de regio’s helpen daarbij.

Tot slot

Marieke neemt de zorgen over de contracten die nu - in het kader van Babyconnect - voorliggen tussen praktijken en Onatal mee richting het KNOV-bureau en komt hier op terug. Het uur vloog voorbij en het was waardevol om op deze manier met elkaar in gesprek te zijn. We kijken uit naar een volgend bezoek aan de regio.

Daarmee is dit verslag een oproep aan andere regio’s. Wil je in gesprek met het KNOV-bestuur? Laat het vooral weten via een mail aan Bianca Winants: bwinants@knov.nl.

*Naast verloskundigen zijn GGD, Kraamzorg, Kring, gynaecologen, een beleidsadviseur namens het ziekenhuis en kinderartsen (op onderwerp) aangesloten binnen de VSV, onder de naam FAM.