Nieuwsbericht

06 juni 2022

Om jullie te inspireren en om van elkaar te leren, publiceren we de komende tijd een reeks interviews met betrokkenen van Kansrijke Start. Verloskundigen vertellen over hoe zij Kansrijke Start in hun gemeente hebben vormgegeven, waar ze tegenaan liepen en welke resultaten ze zien. Deze keer gingen we in gesprek met Inge Groen. Zij is als verloskundige onder meer werkzaam in de eerste lijn in Utrecht Overvecht. Daarnaast denkt ze binnen de gemeente Utrecht mee over de strategievisie voor Kansrijke Start voor de hele stad.

Hoe zijn jullie in Utrecht Overvecht begonnen met Kansrijke Start?

De gemeente startte met inventariseren waar we behoefte aan hadden binnen de geboortezorg. Er bestond al een klein netwerk dat eens in de zoveel tijd samenkwam. De gemeente heeft dit netwerk uitgebreid. Met elkaar gingen we lunchbijeenkomsten organiseren om kennis te maken en te weten te komen wat iedereen precies doet.

In mijn werk zag ik vaak bij ouders in een kwetsbare situatie dat professionals pas laat in de zwangerschap hard gingen lopen en dat er dan soms acute of heftige zorg nodig was. Veel liever wil je vroeg in de zwangerschap wat duwtjes in de rug kunnen geven en preventieve, laagdrempelige zorg bieden. Toen er in een van de eerste geboortezorglunches het plan lag om een smoelenboek te maken, ontstond er bij mij wat weerstand. Zo'n fotootje zou nog steeds niet oplossen waar we tegenaan liepen. Toen ik me daarover uitsprak bleek ik niet de enige die er zo over dacht. Er was echt een vonk bij de mensen die in deze sessie aanwezig waren: we willen dat ouders net wat eerder dat duwtje in de rug krijgen om erger te voorkomen. Hoe gaan we dat met elkaar doen?

De gemeente hielp om per wijk inzichtelijk te maken wat er nodig was. Een adviesbureau ondersteunde ons met de organisatie om de samenwerking en initiatieven goed vorm te geven. We denken nu op wijk-, VSV-, stedelijk en landelijk niveau met alle betrokken partners na over de voorliggende kwesties.

Buiten deze bestuurlijke stappen is het ook vooral leuk en inspirerend om samen aan het werk te zijn. Daarom organiseerden we in het voorjaar 2021 samen met Pharos, gemeente Utrecht en het wijknetwerk Overvecht een symposium voor geboortezorgprofessionals. Dat gaf een goede boost en zorgde voor betrokkenheid.

Wat hebben jullie concreet opgezet?

Begin 2020 hebben we het multidisciplinair overleg (MDO) Overvecht opgezet, waarin alle geboortezorgprofessionals betrokken zijn. Een diverse groep vanuit het informeel, sociaal, medisch, maar ook bestuurlijk domein, begeleid door adviesbureau Raedelijn. Gemeente Utrecht zit ook geregeld aan tafel voor de meer overstijgende problematiek. Regelmatig krijgt iemand uit een bepaalde organisatie het woord en geeft antwoord op: wanneer verwijs je naar ons en als je hebt verwezen, wat gebeurt er dan?

Verder zijn we, samen met onze collega-praktijk in de wijk, in januari gestart met twee CenteringPregnancy-groepen (CP) met sleutelfiguren uit de wijk die anderstalig zijn. We zagen dat voor onze CP vooral hoogopgeleide vrouwen zich aanmeldden en we werden geïnspireerd door de Eritrese groepen in Amsterdam. We wilden heel graag een sleutelfiguur en Arabischsprekende co-begeleider, zodat we meer cultuursensitief kunnen werken en meer vrouwen kunnen bereiken.

Als laatste bieden we in de toekomst verloskundige coaching voor ouders in Overvecht die angst voor de bevalling ervaren. Voor veel vrouwen, zeker uit andere culturen, is het een taboe om naar een psycholoog of psychiater te gaan. Dit soort coaching is een soort luxeproduct geworden. In een achterstandswijk hebben mensen niet de middelen om een coach in te schakelen.

Hoe zorg je ervoor dat Kansrijke Start echt verandering brengt voor ouders in een kwetsbare situatie?

Zodra er iets omhoogkomt in een intake, probeer ik mensen heel laagdrempelig te motiveren om een stap te zetten. Ouders merken dat ik een goede relatie heb met het sociale domein, dat ik die professionals ken en weet wat ze voor iemand kunnen betekenen. Dit geeft ze meer vertrouwen en daardoor accepteren ze gemakkelijker hulp?

Ik ben gaan inzien dat de samenwerking met het sociaal domein mij heel veel tijd scheelt, waardoor ik weer gewoon als verloskundige aan het werk kan. En dat vrouwen daardoor bij mij weer gewoon zwanger kunnen zijn. Ik blijf als verloskundige wel de spil, dus ik check of alles loopt en ben ook de aanvrager voor bijvoorbeeld een prenataal huisbezoek voor ouders. Ik doe altijd alles in overleg met de ouders, we doen het samen. Belangrijk is hoe je dingen zegt en hoe je met de ouders omgaat. Zij hebben zelf een rol en het is aan mij als verloskundige om ze daarin te ondersteunen. Ik kan iets aandragen of bespreken, maar ze mogen altijd nee zeggen.

Welke veranderingen zie je?

We zien dat meer wijken een MDO hebben, sommigen in de vorm die wij bedacht hebben, anderen op hun eigen manier. En we leren van elkaar. Eens in de drie maanden organiseren we een inspiratiesessie met alle betrokkenen bij Kansrijke Start en bespreken we wat goed werkt en wat niet.

Ik zag vaak gebeuren dat professionals gefrustreerd waren - "Deze mevrouw is nu al 30 weken en heeft nog stééds de kraamzorg niet geregeld!” - in plaats van dat ze kijken waarom een vrouw dit niet regelt. Nu zie ik bij collega's echt een verandering ontstaan in de awareness en een omslag in denken.

Tip:

  • De gemeente is in de lead voor het opzetten en begeleiden van de lokale coalities. Zoek contact met de projectleider in jouw gemeente en kijk wie vanuit het sociaal domein aansluit of erg betrokken is bij de doelgroep. Met z'n drieën kun je bespreken wat de gemeente al doet, waar je met elkaar naartoe wil en waar de wensen en problematiek van de verloskundigen liggen. Dit verschilt per stad en wijk. Durf daar ook over te dromen: hoe wil je dat de zorg voor de zwangere in een kwetsbare situatie georganiseerd is?

Bekijk ook het eerdere interview over Kansrijke Start: