Nieuwsbericht

07 april 2023

De herziening van de richtlijn Hypertensieve aandoeningen (2011) bevindt zich sinds deze week in de autorisatiefase. Eveline Mestdagh en Susan Beckers zijn als richtlijnontwikkelaars bij de KNOV betrokken bij de ontwikkeling van deze multidisciplinaire richtlijn. Wat houdt de herziening in en hoe komt deze tot stand?

Eveline en Susan zorgen dat de richtlijn wordt voorzien van actuele wetenschappelijke inzichten. Hiertoe spitten ze de meest recente onderzoeken door, maken daar samenvattingen van en verwerken de inzichten die daaruit voortkomen in de richtlijn. Susan: ‘Dat zijn doorgaans echter buitenlandse onderzoeken en dus niet altijd toepasbaar voor de Nederlandse populatie. Dit betekent dat we veel moeten aftoetsen aan de realiteit van onze beroepsgroep.’  
De multidisciplinaire werkgroep bestaat uit vier verloskundigen, een gynaecoloog (tevens afgevaardigde van de NVOG) en een clientvertegenwoordiger. Eveline: ‘De zorg rondom de geboorte is van ons allemaal. Daarom is het in ieders belang dat richtlijnen helder geformuleerd zijn en door alle partijen worden gedeeld. Afstemming en een brede blik zijn dan onmisbaar. Iedereen die bij de ontwikkeling van de richtlijn is betrokken, neemt eigen expertise en ervaringen mee. Daarmee houd je elkaar ook scherp!’.  
Parallel aan het ontwikkeltraject van deze multidisciplinaire richtlijn, werden ook door de NVOG enkele medische modules omtrent hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap ontwikkeld. De KNOV was ook afgevaardigd in hun multidisciplinaire werkgroep. Beide trajecten zijn dan ook complementair aan elkaar. De richtlijn waar de KNOV penvoerder van is, richt zich voornamelijk op de risicoselectie en preventie van hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap, waar de multidisciplinaire richtlijn van de NVOG zich voornamelijk focust op diagnostiek en behandeling. 

Nieuw in de richtlijn 

Naar schatting heeft 15% van de vrouwen die voor het eerst zwanger is last van een hypertensieve aandoening. Dit kan zich in de tweede helft van de zwangerschap ontwikkelen tot pre-eclampsie (PE): oorzaak nummer één voor maternale sterfte. Ook bij een mildere vorm kunnen de gevolgen voor de zwangere of kraamvrouw ernstig zijn. Zij kunnen hier zowel fysieke als psychische klachten van ondervinden. ‘Op preventie en risicoselectie ligt onze focus’, licht Eveline toe. Susan vult aan: ‘Dat houdt ook in awareness creëren bij alle betrokken stakeholders alsook bij de cliënten betreffende mogelijke emotionele gevolgen van het doormaken van een PE.’ 

Klachten herkennen 

Binnen de nieuwe richtlijn is ook veel aandacht voor het vroegtijdig opsporen van hypertensieve aandoeningen. Susan: ‘Stond in de oude richtlijn beschreven welke lichamelijke klachten kunnen voorkomen, in de nieuwe richtlijn is er onderzocht in welke mate lichamelijke klachten de hypertensieve aandoeningen kunnen voorspellen. Helaas blijkt er geen eenduidige literatuur beschikbaar te zijn om deze vraag rondom de voorspellende waarde van lichamelijke klachten op het ontstaan van een hypertensieve aandoening te kunnen beantwoorden. We hebben daarnaast wel beschreven welke lichamelijke klachten (minder) vaak voorkomen bij hypertensieve aandoeningen en welke het meest aannemelijk gerelateerd zijn aan een hypertensieve aandoening.’  

Dipstick of EKR test? 

Een mogelijke manier om hypertensieve aandoeningen te detecteren is het opsporen van eiwitten (proteïne) in de urine. Tot voor kort gebeurde het screenen op een eventuele proteïnurie met een dipstick, de inzichten over de betrouwbaarheid van deze methode zijn ondertussen helder dat dit geen goede test is om hypertensieve aandoeningen op te sporen.’ legt Eveline uit. ‘Op basis van wetenschappelijke literatuur heeft de EKR-test, eiwit-kreatinine ratio in de urine van de vrouw door middel van labonderzoek, de voorkeur. De betrouwbaarheid van deze diagnostiek wordt besproken in de module van de Federatie Medisch Specialisten.’ 

Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door Kwaliteitsgelden vanuit ZonMw.