De herziene modules van de richtlijn Perinataal beleid bij extreme vroeggeboorte zijn gepubliceerd. De richtlijn Perinataal beleid bij extreme vroeggeboorte is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor zwangere vrouwen met een dreigende extreme vroeggeboorte (tussen 22 en 26 weken) en/of de zorg voor extreem vroeggeboren kinderen. De richtlijn is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. Het bestuur van de KNOV heeft deze modules geautoriseerd.
Prenatale counseling en gezamenlijke besluitvorming
De ondergrens voor het bieden van actieve opvang blijft een geschatte zwangerschapsduur van 24+0 weken. Naast de geschatte zwangerschapsduur zijn er individuele factoren die van invloed zijn op de overlevingskansen en uitkomsten voor het kind. De richtlijn gaat uit van goede prenatale counseling en gezamenlijke besluitvorming met de ouders waarin deze individuele risicofactoren worden gewogen en besproken om tot een gedeelde besluitvorming te komen over de behandeling, op comfort gerichte zorg of actieve opvang.
Deze richtlijn geeft adviezen over actieve opvang bij een korte zwangerschapstermijn. De richtlijn staat los van de Wet afbreking zwangerschap, waarin de regels zijn opgenomen voor het actief beëindigen van een zwangerschap. Die wetgeving heeft een ander uitgangspunt en behandelt een ander onderwerp. Deze richtlijn brengt geen verandering in de grens van levensvatbaarheid maar biedt een kader om in individuele gevallen de kans op overleving te vergroten.
Aandachtspunten
Voor de betrokken partijen is het een aandachtspunt hoe de aanbevelingen en de medische mogelijkheden zich verhouden tot de capaciteit aan hooggespecialiseerde verpleegkundigen, capaciteit aan bedden (NICU, obstetrische high care, perifere kinderafdelingen) en de organisatorische en financiële impact op de langdurige follow-up zorg. Ook is het gewenst dat er duidelijkheid komt over de mogelijke interferentie met de Wet afbreking zwangerschap.