Het ministerie van VWS heeft in een brief aan de KNOV en NVOG laten weten dat klinisch verloskundigen wettelijk bevoegd zijn om verloskundige handelingen zelfstandig in het ziekenhuis uit te voeren. Al sinds 2009 maken de beroepsverenigingen zich via de stuurgroep KNOV&NVOG hard om de juridische positie van klinisch verloskundigen die onder verantwoordelijkheid van de gynaecoloog werken, te verduidelijken. De KNOV en NVOG zijn dan ook verheugd over deze formele erkenning. De brief maakt een einde aan de onzekerheid en biedt heldere kaders voor het vervolg.
Sinds 2009 hebben de KNOV en NVOG samen fors geïnvesteerd om de erkenning voor klinisch verloskundigen voor elkaar te krijgen. De insteek was steeds om dit te realiseren door een wettelijke regeling van het specialisme Klinische verloskunde (een zogeheten ‘specialistenregister’). Medio 2020 is dit echter door het ministerie definitief afgewezen. De KNOV en NVOG hebben zich vervolgens op mogelijke alternatieven beraden en hebben het ministerie van VWS daarover eind 2020 een brief gestuurd. Een van de alternatieven uit die brief is omarmd, waardoor na bijna 15 jaar de onduidelijkheid over de bevoegdheid van klinisch verloskundigen verdwijnt. Bekwaamheid is een voorwaarde voor deze bevoegdheid. De registratie van bekwaamheid zal via de door de KNOV en NVOG samen opgestelde eisen worden geregeld in een kwaliteitsregister van de beroepsgroep. De klinisch verloskundigen die nu PA zijn opgeleid, zullen sowieso tot dit register worden toegelaten. De uitwerking van dit register zal door de NVOG en KNOV in het najaar ter hand worden genomen. Daarna zullen we iedereen informeren over het vervolg.
Juliet Droog is blij. Ze is verloskundige in het LUMC en al sinds het begin namens de KNOV bij de stuurgroep betrokken: “Wat een mooi resultaat! Eindelijk duidelijkheid voor de geboortezorgverleners en alle zwangeren, waar we al die jaren op hebben gewacht. Samen met de NVOG hebben we er hard aan getrokken, in het belang van de geboortezorg in Nederland. Met de uitgangspositie uit de brief moeten we nu aan de slag. Belangrijk is bijvoorbeeld om te kijken naar het opleidingsprofiel dat we als stuurgroep opgesteld hebben; dat is de basis om de bekwaamheid van klinisch verloskundigen te garanderen!”
Focco Boekkooi, gynaecoloog in het ETZ, heeft namens de NVOG ook al jaren zitting in deze stuurgroep. “Ook wij zijn blij met deze brief. Voor gynaecologen en klinisch verloskundigen is het essentieel dat we weten waar de verantwoordelijkheden liggen bij de verschillende professionals. Het Tuchtcollege kijkt naar hoe de NVOG en KNOV dit samen gaan regelen; ze toetsen aan de protocollen en afspraken die de beroepsgroepen hierover samen gemaakt hebben.”