Klinisch verloskundigen begeleiden ongeveer 75% van de bevallingen in ziekenhuizen. Dat is veel meer dan vroeger. Toch blijft hun positie, zeggenschap en waardering in de ziekenhuizen achter. Dit past niet langer bij hun verantwoordelijkheid en de werkzaamheden die zij doen.
De groep klinisch verloskundigen groeit snel en neemt steeds meer werk over binnen de kliniek. Dit verbreedt de expertise in het ziekenhuis. De verantwoordelijkheden en taken zijn niet meer in balans met hun positie. In dat kader erkende het ministerie van VWS in 2021 formeel dat klinisch verloskundigen wettelijk bevoegd zijn om verloskundige handelingen zelfstandig in het ziekenhuis uit te voeren. Het is nu een logisch moment om de positie van de klinisch verloskundigen verder tegen het licht te houden.
Autonomie
Klinisch verloskundige Wendy Wielenga: “Eerstelijns verloskundigen denken soms dat wij weinig autonomie hebben en alles moeten overleggen of vragen. Maar ik voel in het UMCG veel vrijheid om mijn opgedane kennis en ervaring in te zetten en om samen met de zwangere vrouw keuzes te maken”, vertelt ze. “Al weet ik dat de mate van autonomie niet overal en door iedere klinisch verloskundige hetzelfde ervaren wordt.”
Het feit dat ze zelf geen DBC kan openen, staat voor haar los van het gevoel van autonomie. Ze vindt wel dat dit moet veranderen, zodat ze zelf een DBC kan openen. “Nu kunnen alleen artsen dat. Het geeft dubbel werk en zorgt voor administratieve lasten. Het leidt soms ook tot niet-declarabele zorg. Bijvoorbeeld als de AIOS of gynaecoloog niet in de gelegenheid is om een hand te komen geven.”
Kloof dichten
“We moeten af van het wij/zij-denken”, gaat Wendy verder. “Vooral tussen de verloskundigen in de eerste en tweede lijn. Met mijn brede ervaring kan ik de situatie van twee kanten bekijken en hoop ik de kloof tussen de eerste en de tweede lijn te dichten. We hebben namelijk een gezamenlijk doel: het bieden van passende geboortezorg en een fijne bevalervaring voor de vrouw en partner. Thuis of in het ziekenhuis.”
Maak klinisch verloskundige hoofdbehandelaar
“Het ligt voor de hand dat de verloskundige een beroepsbeoefenaar wordt die de poortfunctie uitvoert", zegt KNOV-bestuurder Maaike van Rijn. “Deze poortfunctie voor klinisch verloskundigen ligt in dezelfde lijn als de reeds geborgde poortwachtersfunctie van de eerstelijns collega-verloskundigen. We gaan daarom de professionele autonomie verder verstevigen en de klinisch verloskundige hoofdbehandelaar maken.”
Dit wil de KNOV bereiken
- Uitbreiding registratiebevoegdheid klinisch verloskundigen om zelf een DBC te kunnen openen
- Onderzoek naar basistakenpakket van klinisch verloskundigen
- Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vastleggen in beroepsprofiel van verloskundigen
|
Vijf praktijkverhalen toegespitst op de geboortezorgagenda
Tussen de Internationale Dag van de Verloskundige (5 mei) en Moederdag (12 mei) delen we vijf praktijkverhalen, verteld door onze collega-verloskundigen. Elk verhaal is toegespitst op een van de vijf bouwstenen van de geboortezorgagenda. Na Moederdag bieden we de verhalen gebundeld aan onze netwerkpartners en de politiek aan.
Lees ook de andere praktijkverhalen: