Nieuwsbericht

01 november 2022

Eén verloskundige of een klein team van verloskundigen die een vrouw (en haar partner) begeleidt tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamperiode. Te allen tijde een bekend gezicht door continuïteit van zorgverlener. Dit doel heeft de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) opgenomen in haar toekomstvisie voor 2030. Continuïteit van zorg leidt tot betere uitkomsten voor moeder en kind, een grotere tevredenheid onder vrouwen en daarnaast meer werkplezier onder verloskundigen. Daarom is begin dit jaar COntinuity of Midwifery Care, kortgezegd COMIC, opgezet. Een project dat vanuit ZonMw-gelden door de KNOV mogelijk wordt gemaakt om inzicht te krijgen en te kunnen vaststellen welke bouwstenen nodig zijn om continuïteit van zorg te kunnen bieden.

COMIC richt zich op het werkveld met een Realistische Evaluatie van succesvolle en vastgelopen zorginnovaties op twee deelgebieden. 1) Het werken in kleinere teams binnen eerstelijns verloskundigenpraktijken. En 2) de begeleiding van zwangeren met zwangerschapsdiabetes in de eerste lijn en het inleiden van de baring in de eerste lijn met behulp van een ballonkatheter. Renate Simmelink is klinisch verloskundige en als onderzoeker betrokken bij COMIC. Zij houdt interviews met eerstelijns verloskundigen en VSV’s en praat met cliënten over hun ervaringen: “Ik werk mee, omdat ik meer wil betekenen voor het werkveld. Ik zie al jaren dat er in de huidige situatie (in Nederland) lang niet altijd sprake is van continuïteit van zorgverlener en voor mijn gevoel is het zelfs een spiraal naar beneden. Ik hoop dat de COMIC een bijdrage kan leveren om dit te verbeteren.”

Met het doel om verloskundige zorgverleners te helpen de geboortezorg te verbeteren, is het uitgangspunt van COMIC om te kijken wat er zowel voor zorgverlener als voor cliënt belangrijk is. Dit gebeurt in verschillende regio’s en praktijken. Wat werkt wel en wat juist niet? Wat zijn struikelblokken? Wat kan helpen om de kans van slagen te vergroten? Welke ‘bouwstenen’ zijn nodig? Om het antwoord op deze vragen te krijgen, is samenwerking met het werkveld essentieel. “Alles valt of staat met een goede samenwerking. Je wilt graag dat het veld meehelpt, continuïteit van zorg samen vormgeven. Out of the box durven denken. We helpen elkaar. Het werkveld helpt ons door het delen van ervaringen (goede én slechte) en wij helpen de mensen in het veld door bouwstenen aan te leveren, zodat zij meer continuïteit van zorg kunnen bieden. Dit levert betere zorg op en hierdoor houden we verloskundigen naar verwachting langer in het vak, waardoor het tekort aan zorgverleners ook minder zal zijn”, legt Renate uit.

Op dit moment is fase 1 van COMIC in volle gang. In december zullen hiervan de eerste resultaten bekend worden gemaakt. “Op 1 december worden de best practices gedeeld tijdens een bijeenkomst met alle betrokkenen, een vertegenwoordiging van cliënten en zorgverleners van de regio’s met zorginnovaties. Op deze dag verzamelen we aanbevelingen die we kunnen vertalen naar bouwstenen voor de praktijk, want dat is de volgende stap. Voor de tweede fase van COMIC zoeken we nog eerstelijns praktijken en VSV’s die willen deelnemen. Dus mocht je interesse hebben om zelf innovaties te starten om de continuïteit van zorgverlener te vergroten, laat het ons weten via r.simmelink@amsterdamumc.nl." Tijdens de eerste fase zijn ook cliëntervaringen meegenomen. Het werven van cliënten was echter lastig. De ervaringen die hierin op zijn gedaan, worden meegenomen in de volgende fases van COMIC. “Het helpt als verloskundigen hun cliënten wijzen op ons project, omdat zij dichterbij staan en dus meer impact zullen hebben. Ik weet dat de druk op de zorg al hoog is, maar het zou geweldig zijn als we het veld kunnen bewegen dit te doen. Het is heel belangrijk voor de toekomst", aldus Renate.

De daadwerkelijke resultaten van fase 1 van COMIC volgen dus later dit jaar, maar Renate kan al wel een tipje van de sluier oplichten. “We moeten het met z'n allen doen: eerste lijn, tweede lijn allemaal bij elkaar. Maar ook de opleiding kan een belangrijke bijdrage leveren. Als dat de basis kan zijn, zou dat een mooie uitgangspositie zijn. Maar daarover later meer.”

COMIC wordt geleid door Midwifery Research Network Netherlands (MRNN) en professor dr. Ank de Jonge van de afdeling Verloskundige Wetenschap (onderdeel van Amsterdam UMC/UMCG en AVAG) is penvoerder. Medeaanvragers zijn Hogeschool Zuyd (lector en professor dr. Marianne Nieuwenhuijze) en Hogeschool Rotterdam (lector Hanneke Torij). In de praktijk wordt het onderzoek uitgevoerd door een projectteam bestaande uit Marieke Smith als projectcoördinator, twee docentonderzoekers en klinisch verloskundige Renate Simmelink als onderzoeker.