Op 10 juni 2021 heeft de staatsecretaris van VWS laten weten het advies van de Gezondheidsraad (2017) op te volgen om het huidige vitamine K-beleid aan te passen.
Voor alle pasgeborenen wordt het uitgangspunt een eenmalige intramusculaire toediening van vitamine K vlak na de geboorte. Indien ouders geen intramusculaire toediening wensen, is er een oraal alternatief. Dit orale alternatief is minder effectief dan intramusculaire toediening.
Gestreefd wordt om medio 2022 te starten met het nieuwe beleid. De Gezondheidsraad verwacht met het nieuwe beleid twee tot vijf gevallen van late vitamine K-bloedingen per jaar te voorkomen ten opzichte van het huidige toedieningsbeleid. Deze bloedingen treden op bij borstgevoede zuigelingen met een verstoorde vetopname (galgangatresie).
Nieuw beleid
In het nieuwe beleid is het uitgangspunt een eenmalige i.m. injectie met 1 mg vitamine K. Indien ouders hiervan afzien is het alternatief driemaal een orale dosis: bij geboorte, op dag 4-5 postpartum en bij week 4-5 postpartum. De herhaalde orale toediening is minder effectief dan intramusculaire toediening, maar effectiever dan het huidige beleid.
Implementatie
Voor implementatie van het nieuwe beleid vindt er gezamenlijke afstemming met verschillende (beroeps)organisaties plaats. Om tot implementatie te komen, moet er voorlichtingsmateriaal worden ontwikkeld, deskundigheidstraining plaats vinden en overgestapt worden naar een ander vitamine K-preparaat. Extra kosten ten aanzien van counseling, verstrekking en toediening van intramusculaire vitamine K, of ondersteuning bij de herhaalde orale toediening moeten afgestemd worden met de zorgverzekeraar. Daarnaast moet er een monitoringssysteem worden ingericht om de effectiviteit en therapietrouw te evalueren.
De KNOV gaat een ZonMw subsidie aanvraag doen om een implementatie project te kunnen starten.