Onderneming

Laatste update: 12 december 2024
Plaatsingsdatum: 29 september 2022

Bekijk de grote afbeelding

De komende jaren blijft het toekomstbestendig organiseren van de geboortezorg een belangrijk thema. We staan hierin voor grote uitdagingen, maar het biedt tegelijkertijd veel kansen. Kansen om vanuit een heldere gezamenlijke visie en koers  de uitdagingen van deze tijd het hoofd te bieden. Een belangrijk thema  waar wij ons blijvend  op richten is kwaliteitsverbetering binnen de geboortezorg. Het richtdoel is waardegedreven werken, bieden van passende zorg en ondersteuning, samen met de zwangere, op de – voor de zwangere – juiste plek met nadruk op gezondheid. 

Het is voor de zwangere vrouwen van belang dat een geboortezorgaanbieder is aangesloten bij een samenwerking, die goed georganiseerd is op lokaal en regionaal niveau. Waar men in staat is om effectief samen te werken met andere deelsectoren en domeinen, zodat er duidelijke afspraken gemaakt kunnen worden over de geboortezorg in de regio. Randvoorwaarde hierin is dat deze samenwerking gefaciliteerd en ondersteund wordt door passende regelgeving, bekostiging en inkoop. Inhoudelijk is het daarnaast van belang dat medicalisering (overbehandeling) wordt voorkomen, er specifiek aandacht is voor kwetsbare groepen (samenwerking binnen het sociaal domein) en het efficiënt inzetten van schaarse personele capaciteit. 

We zien om ons heen – in het gehele zorglandschap - aanbieders anticiperen op de veranderingen en hun manier van organiseren hierop aanpassen. Het doel; de organisatie toekomstbestendig maken. De ontwikkelingen binnen de geboortezorg, het IZA (integraal zorgakkoord), de (integrale) bekostiging, capaciteitsproblematiek, preventie, verdere regionalisering en niet in de laatste plaats duurzame kwaliteitsverbetering, vragen om een goede onderlinge samenwerking. Verloskundigen die als professioneel partner in de regio opereren verstevigen de positie van de eerstelijnszorg door met één stem te spreken. Zij zijn een gelijkwaardig gesprekspartner binnen de regio en kunnen vanuit die positie afspraken maken met andere stakeholders binnen het zorglandschap.  

In het bovenstaand omschreven, sterk en snel veranderende landschap is het scheppen van een continu lerende context essentieel. Een omgeving waarin kort cyclisch leren en verbeteren van en met elkaar vanzelfsprekend is. Dit vraagt om eenduidige kritieke prestatie- indicatoren enerzijds en heldere output (data) anderzijds, zodat actief gestuurd kan gaan worden op kortcyclisch verbeteren. (agile werken) In het verlengde hiervan hoort bij waardegedreven werken ook resultaatgericht verantwoorden. Een belangrijke randvoorwaarde hiervoor is dat de bekostiging van de geboortezorg een vorm van lumpsum financiering blijft. 

Het 'waarom’ van het organiseren van de samenwerking is voor veel regio's duidelijk. Het ‘hoe’ nog niet.​ 

De KNOV is aan de slag met verbetering van organiseren in de regio. De KNOV ziet het als haar taak om haar leden hierin te ondersteunen. Om die reden heeft de KNOV het projectteam Optimaliseren Organisatiegraad ingericht. Het is zorgvuldig samengesteld en bestaat uit inhoudelijke, financiële en juridische expertise. Voor vragen en/ of behoefte aan ondersteuning op het gebied van het organiseren (veranderen) van samenwerkingsvormen kunnen jullie contact opnemen met het projectteam via organisatiegraad@knov.nl of bellen met Carolien Bronkhorst, 06- 23716092.​ 

Het organiseren van samenwerking kan in verschillende vormen; We zien binnen de geboortezorg dat men op dit moment veelal kiest voor een Vereniging of Coöperatie, met daaronder een Zorggroep. (inkoop- of werkorganisatie) Van deze verschillende vormen heeft de KNOV de belangrijkste kenmerken, voor- en tegens en te nemen stappen voor jullie onderzocht en uitgewerkt. Tevens treffen jullie bij de verschillende opties praktische voorbeelddocumenten en modelovereenkomsten.  

Samenwerking en organisatie in zorggroepen

Organogram Zorgroep

  • Korte omschrijving: 
    De coöperatie is een bijzondere variant op de vereniging. De coöperatie is een vereniging die opkomt voor de materiële belangen van haar leden door overeenkomsten met hen af te sluiten. Bij de coöperatie mag winst worden uitgekeerd aan de leden. Een coöperatie moet worden opgericht door minimaal twee personen. De oprichting gebeurt bij notariële akte. De coöperatie dient te worden ingeschreven in het Handelsregister. Deze ondernemingsvorm wordt binnen de verloskunde gekozen om samenwerking van praktijk overstijgende verloskundige zorg - vanuit een gezamenlijke visie en koers – regionaal te kunnen organiseren. 

    Doel

    • Vanuit een vastgestelde en gedragen visie samen sterk staan in de verloskundige keten en profileren naar stakeholders en cliënten.  
    • Bevorderen van optimale organisatie en continuïteit van de verloskundige zorg door verloskundigen op lokaal niveau.  
    • Bevorderen van kwaliteit van de zorg. 
    • Ontwikkelen en implementeren beroepsinhoud.  
    • Bevorderen van de deskundigheid van verloskundigen. 

    Verantwoordelijkheidsverdeling: 
    De coöperatie is een rechtspersoon en dus zelf aansprakelijk voor haar doen en laten. De leden van de coöperatie zijn bij ontbinding ieder voor een gelijk deel aansprakelijk voor de tekorten van de coöperatie. In afwijking van deze wettelijke aansprakelijkheid (WA) kan in de statuten de aansprakelijkheid van de leden worden beperkt of uitgesloten. De coöperatie met beperkte aansprakelijkheid (BA) beperkt de aansprakelijkheid tot een bepaald maximum. Bij de coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid (UA) is er geen verhaalsrecht op de leden. 

    Fiscaal:  
    De coöperatie is zelfstandig belastingplichtig over haar gehele resultaat (vermogensvooruitgang). Dat wordt belast met vennootschapsbelasting. Bij de bepaling van de fiscale winst worden de transacties met de leden (zonodig) op marktconform prijsniveau vastgesteld. Winstuitkeringen aan leden die tevens een natuurlijk persoon zijn, kunnen onder voorwaarden aftrekbaar zijn van de fiscale winst. Belangrijkste voorwaarde is dat de winstuitkering plaatsvindt naar rato van de hoogste van de transacties met de leden over het betreffende kalenderjaar. Ontvangen winstuitkeringen zullen in beginstel bij de leden zelf belast zijn (voor zover het lid belastingplichtig is). Hetzelfde geldt voor de eventuele winst die anderszins behaald wordt op het lidmaatschapsrecht. 

    Varianten coöperaties:  
    Er zijn meerdere vormen van coöperaties. De meest gekozen vorm binnen de verloskundige zorg is de ondernemerscoöperatie. Dit is een coöperatie waarbij alle leden (natuurlijke personen) zelfstandig hun beroep uitoefenen. 

    Kwaliteitsborging:  
    Ieder afzonderlijk lid is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteitsborging. Uiteraard kun je hier binnen de coöperatie of vereniging onderlinge afspraken over maken en vastleggen. Juridisch gezien is er geen aansprakelijkheid voor het geheel (niet- nakoming) als een lid binnen het geheel onvoldoende kwaliteit levert.  

    Toezichthoudend orgaan: 
    Een toezichthoudend orgaan – naast het bestuur – is voor een coöperatie niet verplicht. In het kader van transparantie en Governance is het echter wel aan te raden om een vorm van toezicht in te regelen die passend is bij de aard en omvang van de organisatie.  

    Voordelen: 

    • Een coöperatie of vereniging biedt een stevige (juridische) basis voor samenwerking vanuit een heldere gezamenlijke missie, visie en richtdoel.
    • De coöperatie is een groeimodel: indien gewenst kunnen hieraan activiteiten worden toegevoegd.  
    • De coöperatie kent zeer soepele toe- en uittredingsvoorwaarden.  
    • De leden van de coöperatie hebben een belangrijke en grote stem.  
    • Voor de oprichting van een coöperatie is geen startkapitaal nodig. 

    Nadelen (risico's): 

    • Het opzetten van een coöperatie vergt tijd en wederzijds vertrouwen. 
    • Formaliteiten oprichting: er moeten statuten worden gemaakt en de oprichtingsakte moet bij de notaris opgemaakt worden. Daarnaast dient de coöperatie te worden ingeschreven in het handelsregister. 
    • Het opstellen van jaarstukken is verplicht en het openbaar maken aan de KvK. 
    • De aansprakelijkheid moet worden vastgelegd: de coöperatie is als rechtspersoon aansprakelijk. Als een coöperatie wordt ontbonden en er zijn schulden, dan zijn de leden voor een gelijk deel aansprakelijk hiervoor. De aansprakelijkheid kan worden uitgesloten middels een 'coöperatie met beperkte aansprakelijkheid' (BA) of een 'coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid' (UA) 

    Benodigde (juridische) basisdocumenten: 
    In ieder geval nodig:​ 

  • Zorggroep als zorgmakelaar

    Korte omschrijving: 
    De zorggroep onderhandelt namens de bij de zorggroep aangesloten individuele verloskundepraktijken met zorgverzekeraars over de contracten. De zorggroep ​is zelf geen partij bij de contracten. Iedere praktijk beslist zelf om het contract (waarover door de zorggroep is onderhandeld met de zorgverzekeraars) wel of niet te tekenen. De individuele praktijken contracteren dus zelf met de verzekeraars. De zorggroep is geen contractspartij.​

    Doel en functie: 
    De zorggroep wordt ingericht als inkooporganisatie onder een coöperatie of vereniging. Binnen het kader van de missie, visie en doel(en) van de coöperatie of vereniging wordt een onafhankelijk zorgmakelaar aangesteld die namens de zorggroep mag onderhandelen met de zorgverzekeraar(s). De zorgmakelaar zorgt ervoor dat de afspraken gemaakt worden – en contractueel vastgelegd - met de zorgverzekeraar(s) die nodig zijn om effectief, doelmatig en rechtmatig de beoogde doelen en ambities van de coöperatie of vereniging waar te kunnen maken. 

    Verantwoordelijkheidsverdeling: 
    De zorggroep onderhandelt met zorgverzekeraars en beoordeelt de contracten voor de aangesloten prakijken. Deze praktijken zullen ieder zelf contracteren met de verzekeraars.Iedere praktijk is dus zelf verantwoordelijk voor de (kwaliteit)verplichtingen uit hoofde van de overeenkomsten die de praktijk zelf is aangegaan met de zorgverzekeraars.​  

    Risico’s:  

    Indien één van de praktijken de verplichtingen uit het contract met de  zorgverzekeraar niet nakomt, dan heeft dat geen direct gevolg voor de andere praktijken.​ 

    Kwaliteitsborging:  
    Ieder afzonderlijke praktijk is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteitsborging. Uiteraard kun je hier binnen de zorggroep onderlinge afspraken over maken en vastleggen. Juridisch gezien is er geen aansprakelijkheid voor het geheel (niet- nakoming) als een  praktijk binnen het geheel onvoldoende kwaliteit levert.  

    Mededingingsrechtelijke toelaatbaarheid: 
    De mededingingsrechtelijke toelaatbaarheid dient van geval tot geval te worden onderzocht en zo nodig zal toestemming moeten worden gevraagd aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en/of de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Dit leidt vermoedelijk niet tot grote problemen. Iedere praktijk bepaalt immers zelf of het contract met de betreffende ​verzekeraar wel of niet wordt aangegaan. De zorggroep moet zich om die reden wel laten vertegenwoordigen door een onafhankelijk persoon (zorgmakelaar) die op geen enkele wijze een belang heeft in de coöperatie of vereniging of de bij haar aangesloten leden. 

    Declareren: 
    Iedere praktijk is zelf verantwoordelijk voor de declaratie van de geleverde zorg. Binnen de inkooporganisatie kun je hier desgewenst afspraken over maken en de declaratie (deels) uitbesteden. 

    Vergunning: 
    De zorggroep heeft geen toelatingsvergunning nodig o.g.v. Wtza. 

    Toezichthoudend orgaan: 
    Verplichting tot toezichthoudend orgaan is niet van toepassing. 

    Voordelen: 

    • Afname van administratieve lasten doordat zorggroep onderhandelt met zorgverzekeraars;  
    • Oprichting gemakkelijker / lagere regeldruk: geen vergunning nodig en toezichthoudend orgaan niet verplicht;​ 
    • De praktijken zijn niet afhankelijk van elkaars prestaties onder de overeenkomsten met zorgverzekeraars;​ 
    • Takenpakket zorggroep is beperkt, waardoor taken/ functies relatief snel ingevuld kunnen worden;​

    Nadelen (risico's): 

    • Kwaliteitsborging lastiger:gezamenlijke kwaliteitsdoeleinden zijn lastiger af te dwingen en te borgen, nu de zorggroep geen partij is bij de contracten. Contractueel liggen kwaliteitseisen niet vastgelegd. 

    Benodigde (juridische) basisdocumenten: 
    In ieder geval nodig:​ :​ 

  • Zorggroep als hoofdaannemer

    Korte omschrijving:
    De zorggroep onderhandelt met zorgverzekeraars over contracten en is zelf contractspartij bij die contracten. De zorggroep is hoofdaannemer en doet zorg verlenen, maar verleent niet zelf de zorg. De daadwerkelijke zorgverlening wordt verricht door gecontracteerde onderaannemers: de verloskundige- of geboortezorgpraktijken.

    Doel en functie: 
    De zorggroep wordt ingericht als werkorganisatie onder een coöperatie of vereniging. Binnen het kader van de missie, visie en doel(en) van de coöperatie of vereniging wordt een onafhankelijk directeur aangesteld die namens de zorggroep mag onderhandelen met de zorgverzekeraar(s). De directeur zorgt ervoor dat de afspraken gemaakt worden – en contractueel vastgelegd - met de zorgverzekeraar(s) die nodig zijn om effectief, doelmatig en rechtmatig de beoogde doelen en ambities van de coöperatie of vereniging waar te kunnen maken. 

    Verantwoordelijkheidsverdeling: 
    De zorggroep is als hoofdaannemer en (enig) directe contractspartij jegens de gecontracteerde zorgverzekeraars volledig verantwoordelijk voor het beleid omtrent kwaliteit en veiligheid dat op de gecontracteerde zorg van toepassing is, voor de borging en uitvoering van dat beleid en voor het declareren van de door de onderaannemers geleverde zorg bij de zorgverzekeraar.

    Risico’s: 
    In deze constructie schuilen risico’s, nu het geheel zo sterk is als de zwakste schakel. Indien één van de onderaannemers (praktijken) bijvoorbeeld niet voldoet aan de kwaliteitseisen, is feitelijk al sprake van niet-nakoming door de zorggroep. Nu de zorggroep een tal van aangesloten verloskundigen- en geboortezorgpraktijken vertegenwoordigt, lopen al deze praktijken het risico de negatieve gevolgen te ondervinden wanneer de zorgverzekeraar maatregelen neemt door het niet-nakomen.​ 

    Kwaliteitsborging:  
    Om de verplichtingen te kunnen nakomen, zal de zorggroep een persoon of instantie moeten aanwijzen die er nauwlettend op toeziet dat iedere gecontracteerde verloskundige- en geboortezorgpraktijk voldoet aan de (kwaliteits)verplichtingen uit het contract van de zorgverzekeraars. De zorggroep is immers zelf hoofdelijk aansprakelijk voor nakoming van het contract. 

    Mededingingsrechtelijke toelaatbaarheid: 
    De mededingingsrechtelijke toelaatbaarheid dient van geval tot geval te worden onderzocht en zo nodig zal toestemming moeten worden gevraagd aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en/of de Autoriteit Consument en Markt (ACM). In elk geval dient ervoor te worden gewaakt dat de combinerende praktijken geen ontoelaatbare machtspositie vormen op de markt, nu zij als collectief onder één entiteit vallen, namelijk de zorggroep. De zorggroep moet zich om die reden laten vertegenwoordigen door een onafhankelijk persoon (directeur) die op geen enkele wijze een belang heeft in de coöperatie of vereniging of de bij haar aangesloten leden. 

    Declareren: 
    De zorggroep declareert bij de zorgverzekeraar namens alle gecontracteerde praktijken.

    Vergunning: 
    Zorggroep heeft een toelatingsvergunning nodig o.g.v. de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza).

    Toezichthoudend orgaan: 
    De vergunningsplicht brengt met zich dat de zorggroep – indien aan de drempels uit de Wtza wordt voldaan – een toezichthoudend orgaan dient in te stellen dat bestaat uit minstens drie personen. Aan de drempels daarvoor wordt relatief snel voldaan. Er kan 1 toezichthoudend orgaan ingesteld worden voor zowel de coöperatie of vereniging en de daaronder gepositioneerde zorggroep.

    Voordelen:

    • Kwaliteitsborging: zorggroep is contractspartij en zal dus toezien op nakoming door verloskundepraktijken. Kwaliteit kan hierdoor geborgd en verbeterd worden;​ 
    • Afname van administratieve lasten doordat zorggroep onderhandelt én ondertekent en vervolgens declareert;​ 
    • Gezamenlijke inkoop eenvoudiger: eventuele gezamenlijke inkoop (van bijv. hulpmiddelen, ICT etc.) kan binnen deze structuur makkelijk ingericht worden;​ 
    • Zorggroep heeft veel verantwoordelijkheid en dient te voorzien in een gezamenlijk kwaliteitsborgingsmechanisme c.q. toezicht op de naleving. 

    Nadelen (risico's): 

    • De praktijken zijn onderling van elkaar afhankelijk. Als één van de partijen de door een verzekeraar gestelde verplichtingen niet- nakomt, is de zorggroep als hoofdaannemer  aansprakelijk jegens de verzekeraar(s);
    • Oprichting lastiger / regeldruk hoger: Wtza- vergunning vereist en snel toezichthoudend orgaan verplicht;​ 

    Benodigde juridische basisdocumenten: 
    In ieder geval nodig:​ 

     

    1. GEBOORTECENTRUM
    2. VSV
    3. IGO

     

    VSV

    VSV staat voor Verloskundig Samenwerkings Verband. Het VSV is aangewezen door de zorgstandaard integrale geboortezorg als het gremium waar partijen in de geboortezorg samen komen. De integrale zorgstandaard legt een aantal taken neer bij het VSV. Denk daarbij aan:

    • multidisciplinaire en lijnoverstijgende samenwerking
    • ontwikkelen regionaal beleid en regionale zorgpaden. Hierbij valt te denken aan ruimte voor extra aandacht voor ouders met lage SES en lagere cognitieve vermogens
    • invulling geven aan de coordinerend zorgverlener, zoals die in de zorgstandaard is opgenomen.

    Met deze doelen legt het VSV nieuwe stijl het accent vooral op de inhoud van de zorg waarbij alle ketenpartners zijn betrokken. 
    BronZorgstandaard Integrale geboortezorg.

    De deelnemers van een VSV zijn in de eerste plaats de verloskundige zorgverleners die direct betrokken zijn bij de zorgverlening aan individuele cliënten: de verloskundige, de verloskundig actieve huisarts en de gynaecoloog. Afhankelijk van de lokale of regionale situatie kunnen ook andere geboortezorgverleners aansluiten, zoals kinderartsen, huisartsen, vertegenwoordigers van kraamzorginstellingen, zorgverzekeraars en cliëntenorganisaties, ambulancezorg en public health. Zij kunnen structureel of ad hoc deelnemen.

    Bestaande VSV's geven aan dat vertrouwen en onderling professioneel respect belangrijke voorwaarden zijn voor het functioneren van het VSV. Ook is het belangrijk dat steeds dezelfde vertegenwoordigers aan het overleg deelnemen, zodat men elkaar goed leert kennen. Onderstaande zaken zijn van belang om met elkaar af te spreken en te regelen: 

    Inhoud 

    • Een gezamenlijk geformuleerde visie en missie. 
    • Gezamenlijk overeengekomen doelstellingen. Deze doelstellingen zijn bij voorkeur SMART geformuleerd (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en met Tijdpad). De doelstellingen worden door alle deelnemers onderschreven. Het uitwisselen van verwachtingen van het overleg geeft duidelijkheid; iedereen moet nut en belang van overleg inzien. 
    • Ontwikkeling van gezamenlijke zorgpaden, richtlijnen, protocollen, kwaliteitsbeleid. 
    • Implementatie en evaluatie van zorgpaden, richtlijnen, protocollen en kwaliteitsbeleid.  

    Proces 

    • Evenwichtige verhoudingen tussen deelnemers (gelijkwaardig in omgang). Dit wordt bereikt door: 
    • Wederzijds respect voor en vertrouwen in elkaars deskundigheid/vakgebieden; 
    • Goede communicatie: op de hoogte zijn van en openstaan voor elkaar visies en belangen; 
    • Bereidheid openheid te bieden over eigen werkwijze. 
    • Voldoende cohesie binnen de lokale beroepsgroepen is noodzakelijk voor goed functioneren. 
    • Belangen van alle partijen duidelijk krijgen (verborgen agenda’s open op tafel). 
    • Resultaten inzichtelijk maken van het overleg in het dagelijks handelen. Snelle resultaten motiveren (vieren van successen!). 
    • Goede contacten werken bevorderend voor de ontwikkeling van een VSV (elkaar persoonlijk kennen). 

    Structuur en organisatie 

    • Een formele samenwerkingsovereenkomst is afgesloten of een intentieverklaring. 
    • Duidelijke vastgelegde afspraken over besluitvorming, mandatering, communicatie met de achterban en geschillenregeling. 
    • Een duidelijke vergaderstructuur met voorzitter, agenda, notulen: 
    • Een onafhankelijke (externe) voorzitter met goede sociale vaardigheden en een vaste notulist; 
    • Tijdige en volledige verspreiding van schriftelijke stukken zoals de agenda, notulen en notities; 
    • Frequentie van vergaderen is vastgesteld en op vaste dag per periode. 
    • Vaste werkgroep of bestuur die het overleg inhoudelijk voorbereidt met deelnemers uit de verschillende beroepsgroepen. 
    • Mogelijkheden tot implementeren van de uitkomsten van het overleg (tijd, geld en mankracht beschikbaar). 
    • Inzet en commitment vanuit deelnemers om tijd en energie te besteden aan het VSV, ondanks werkdruk of andere interne en externe gebeurtenissen. 
    • Uitwisseling van ‘best practices’ VSV met betrokkenen (multidisciplinair) in het veld. 
    • Overeenstemming tussen de deelnemers over prioriteiten, richting en heldere opdracht voor het VSV.

    VSV Overeenkomst 

    Voor het vastleggen van de afspraken van het VSV is er een VSV-voorbeeldovereenkomst beschikbaar. 

    Toolkit VSV

    Het College Perinatale Zorg (CPZ) heeft een aantal ondersteuningsinstrumenten ontwikkeld voor je VSV. 

    • VSV Toolkit professionalisering. Gebruik de toolkit om de VSV-cultuur te verstevigen, de toekomstvisie & strategische koers (krachtiger) te zetten of om de samenwerkingsafspraken en organisatiestructuur verder te formaliseren.
    • Alles op een rijtje rond de bekostiging vind je hier handig samengebracht. En kijk ook op de KNOV-pagina Bekostiging van de geboortezorg
    • De VSV-spiegel laat zien hoe de samenwerking binnen je VSV verloopt.

    Meer informatie

    IGO

    De meeste IGO’s die zijn gestart, zijn voortgekomen uit dezelfde zorgverleners als het VSV. Dit kan zijn dat er in regio’s overlap is of wordt gevoeld tussen een IGO en een VSV en in de praktijk is dit wellicht ook zo. Het zijn echter twee verschillende entiteiten met verschillende grondslag en doelen.
    Een VSV is een overleggremium waar deelname verplicht is voor de zorgverleners uit de geboortezorg in de regio. Het kent per definitie een inclusief en regionaal karakter. Het doel van een VSV is kwaliteitsbevordering, specifiek gekoppeld aan de zorgstandaard integrale geboortezorg. De wettelijke grondslag hiervoor ligt hiervoor bij wetgeving rondom kwaliteit.

    De IGO is een organisatievorm waarbij wordt gekozen om de declaraties van de zorgverzekeraar gezamenlijk te doen en te laten landen in dezelfde organisatie. Zij maken daarvoor gebruik van de integrale prestaties, die de zorg dekken ongeacht waar die is geleverd. De inkomende geldstromen (niet de uitgaande) worden gebundeld. Niet alle zorgverleners hoeven/kunnen deel uitmaken van een IGO. Een IGO is ook niet per definitie regionaal. De wettelijke grondslag voor de IGO ligt in het experiment integrale bekostiging gebaseerd op de Wet marktordening gezondheidszorg.

    Update Integrale Bekostiging 

    Op dinsdag 31 mei 2022 heeft de Tweede Kamer besloten om integrale bekostiging regulier te maken per 2023 naast de huidige bekostiging. Daarmee kan de minister uitvoering geven aan zijn beoogde ‘tweesporenbeleid’. Hierdoor ontstaat een nieuwe situatie waarvan we de komende jaren gaan merken wat het precies betekent. De KNOV blijft zich inzetten voor alle verloskundigen en het kunnen bieden van de beste geboortezorg.  

    Sterke organisatiegraad  

    Zoals de minister aan heeft gegeven, moeten er minimaal twee partijen meewerken aan integrale bekostiging. Dat betekent ook dat verloskundigen ja of nee kunnen zeggen. Hierin ligt een keuze voor de verloskundigen in de regio. Verloskundigen kunnen samenwerkingsafspraken maken en voorwaarden stellen. Daarvoor is het van groot belang dat de organisatie in de regio goed is. Sommige regio’s zijn daarin verder dan anderen. We bieden hierbij vanuit de KNOV ondersteuning aan (zie bijvoorbeeld zorggroepen/coöperaties). 

    Gesprekken met zorgverzekeraars  

    Vanuit de KNOV zijn verschillende gesprekken met zorgverzekeraars gevoerd (de zogenaamde VOZ overleggen). Hierin stond het tweesporenbeleid en hoe hier invulling aan te geven centraal.  Inzet daarbij is dat ook de huidige bekostiging ondersteund en verbeterd wordt. Verder zien we dat een aantal zorgverzekeraars een bepaalde mate van draagvlak/omvang in het Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) vragen voor het inkopen van integrale bekostiging. De meeste Integrale Geboortezorgorganisaties (IGO’s) hebben dit binnen hun VSV. We vragen alle zorgverzekeraars op deze wijze hun inkoop te gaan opzetten.  

Lees ook

Ondersteunende producten

Overig

Meer Vakkennis & Wetenschap

Meer Werk & Organisatie

Oproepen

Agenda