De KNOV heeft kennisgenomen van een enquête die de (Nederlandse Zorgautoriteit) NZa heeft uitgezet onder de aanbieders die werken met de integrale geboortezorgprestaties en de zorgverzekeraars. Een kritisch geluid met betrekking tot de integrale bekostiging was blijkbaar niet wenselijk. De NZa heeft ervoor gekozen om 90% van de geboortezorg niet te bevragen; zij doen niet mee aan de integrale bekostiging of zijn tegen. Of de meer dan 110.000 cliënten en verloskundigen die inmiddels de petitie tegen de integrale bekostiging en voor keuzevrijheid hebben ondertekend.
De enquête biedt in dat opzicht dan ook geen enkele nieuwe inzichten of meerwaarde, behalve dat het de lobby van de NZa ondersteunt.
KNOV verwacht inclusief beleid van de overheid – twee sporenbeleid is mislukt
De KNOV betreurt deze manier van werken van de NZa. Daarmee draagt zij bij aan de verdeling die integrale bekostiging veroorzaakt in de geboortezorg. De NZa zet de bezwaren van een groot deel van de cliënten en verloskundigen buitenspel. De KNOV had gehoopt een meer inclusief beleid te zien bij dit zelfstandige bestuursorgaan dat regels opstelt en toezicht houdt. Zij zou partijen, regio’s en praktijken gelijkwaardig moeten ondersteunen en bevragen. Dat komt pas echt de uitkomsten en de geloofwaardigheid ten goede en draagt bij aan een gedegen afweging in deze impasse die de geboortesector scheurt. De NZa deelt dit uitgangspunt blijkbaar niet, waardoor het door hen genoemde tweesporenbeleid helaas een utopie is en vanuit de KNOV absoluut onwenselijk. De NZa heeft al gekozen wat zij wil en wat zij ondersteunt.
Integrale bekostiging een doel op zich geworden
De KNOV concludeert dat het voor de NZa een doel op zich is geworden om integrale bekostiging in te voeren. Het experiment verbetert in ieder geval niet de kwaliteit van de zorg, zo concludeerde het RIVM eerder. Het gebrek aan draagvlak en bezwaren van cliënten en verloskundigen doen er blijkbaar niet toe. Ze worden door de overheid opzijgezet als niet bestaand.
Dit is een gemiste kans, er is een alternatief mogelijk, waarmee de verdeeldheid in de sector wordt weggenomen. Waar daadwerkelijk preventie, juiste zorg op de juiste plek en innovatie mee gestimuleerd wordt. En we daadwerkelijk de kwaliteit van de geboortezorg verbeteren. Maar dat begint met het stoppen van het experiment integrale bekostiging.
Een bekostiging is voor het hele land niet voor zeven organisaties
De NZa maakt geen bekostiging voor de IGO’s. Het is onwenselijk en juridisch niet mogelijk om voor elke organisatie een nieuwe bekostiging op te zetten. De NZa maakt een bekostiging voor het hele land, voor alle regio’s en iedereen die daarvan gebruik kan maken. Een analyse in enkele regio’s is niet representatief. In veel delen van het land is de integrale bekostiging praktisch onhaalbaar en bovendien leidt het tot irritaties en onderlinge ruzies en stilstand. Daarmee heeft het vooral een negatief effect op de samenwerking. Helaas wil de NZa hier geen onderzoek naar doen, omdat dan de negatieve kant van de integrale bekostiging naar voren komt.
IGO’s kunnen door zonder integrale bekostiging
Opvallend is het standpunt van de NZa dat zij stellen dat IGO’s moeten stoppen wanneer de integrale bekostiging stopt. Dat is niet waar. Er zijn ook IGO’s in Nederland die gebruik maken van de monodisciplinaire bekostiging. De meeste IGO’s bestonden ook al voor de integrale bekostiging en kunnen dus ook bestaan na de integrale bekostiging. Daar is de KNOV ook voor.
De bekostiging gaat er echter niet over hoe partijen zich organiseren. De bekostiging gaat er ook niet over hoe partijen de financiële middelen verdelen en inzetten (de zogenaamde verdeelsystematiek). De kwaliteitsafspraken die de IGO’s hebben, die ziet de KNOV ook terug in VSV’s die monodisciplinair bekostigd worden. Dus ook daarvoor is de integrale bekostiging niet nodig.
Zo creëert de NZa onterecht het beeld bij IGO’s dat zij niet verder kunnen onder de monodisciplinaire bekostiging. Dat schept onzekerheden en onrust bij partijen die er niet hoeft te zijn. De KNOV heeft hier eerder op gewezen, helaas willen de NZa en ook het ministerie van VWS vooralsnog deze route niet verkennen.
Keuzevrijheid wel degelijk onder druk
Het standpunt van de NZa met betrekking tot de keuzevrijheid is opvallend. Het is de NZa zelf die op de risico’s op de keuzevrijheid wijst bij integrale bekostiging. De integrale bekostiging zorgt nu eenmaal voor een financiële en administratieve prikkel voor intern doorverwijzen. Het zal wel degelijk forse effecten hebben op de keuzevrijheid. Het is jammer dat de NZa een voor hen niet consistente lijn voert, of op zijn minst de juiste nuance brengt in hun standpunt.
Meer weten? Neem contact op met Job Paulus (Senior Programmamanager Bekostiging & Contractering): jpaulus@knov.nl of 088-888 3919.