Vandaag is de richtlijn ‘Electieve Inductie’ gepubliceerd. Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Deze module is in samenwerking met de Patiëntenfederatie Nederland en KNOV ontstaan.
Aanleiding
De module 'Electieve inductie van de baring bij aterme zwangeren' is na publicatie van de ARRIVE-study (Grobman et al, 2018) herzien, waarbij de uitkomsten van deze studie in de richtlijnmodule zijn verwerkt. De module beschrijft de plaats van electieve inleiding bij laagrisico zwangeren in de Nederlandse geboortezorg. Het uitgangspunt blijft dat een inleiding tussen 39 en 41 weken zwangerschap alleen moet worden aangeboden bij een medische indicatie. Indien een zwangere de wens uitspreekt voor een electieve inleiding zijn in deze module de overwegingen bij de beschikbare literatuur beschreven. Voor deze richtlijnmodule waren geen Nederlandse studies beschikbaar. Dit zegt mogelijk iets over de generaliseerbaarheid. In de module worden duidelijke kaders gegeven waarop een vrouw gecounseld dient te worden.
Implementatie
Er wordt in een multidisciplinaire werkgroep gewerkt aan de ontwikkeling van een consultkaart voor vrouwen die de wens voor een inleiding uitspreken. Deze consultkaart kan dan zowel bij een wens voor electieve inleiding gebruikt worden als t.z.t. bij de keuze rondom het beleid bij 41 weken zwangerschap. Ook de KNOV is vertegenwoordigd in deze werkgroep.