De geboortezorg verandert: en de verloskundige ook. Zo is het vak verloskundige verbreed, wat onder andere tot uitdrukking komt in het beroepsprofiel uit 2014. Hierin zijn negen verschillende rollen beschreven waaraan een verloskundige moet voldoen, dit is een uitbreiding op het eerdere beroepsprofiel.
Door meer samenwerking binnen de VSV's is er een sterkere nadruk op niet-cliëntgebonden werk en op afstemming en samenwerking. Hiervoor zijn competenties als netwerken, strategisch opereren en communicatieve vaardigheden belangrijk. De toegenomen focus op preventie en gedragsverandering - met beperkte gezondheidsvaardigheden als bijzonder aandachtspunt - vergt competenties die voor verloskundigen niet altijd vanzelfsprekend zijn.
Nieuwe registratiecriteria
Uiteraard speelt het Kwaliteitsregister Verloskundigen in op al deze veranderingen. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot de toevoeging van twee nieuwe registratiecriteria:
- Deskundigheidsbevordering die gedurende 5 jaar wordt gevolgd, bestrijkt minimaal 5 (van de 9) CanMEDS-rollen.
De nieuwe norm houdt in dat deskundigheidsbevordering die een verloskundige volgt, gespreid is over minimaal vijf rollen uit het beroepsprofiel. De keuze voor de rollen is vrij. Naast een goede spreiding van deskundigheidsbevordering over de verschillende rollen, wordt hiermee ook een betere bewustwording van de eigen ontwikkeling en gerichtere keuze voor deskundigheidsbevordering beoogd. De CanMEDS-rollen uit het beroepsprofiel worden in PE-online ingebouwd. Dit betekent dat aanbieders van nascholing - wanneer zij accreditatie aanvragen - moeten aangeven welke rollen er in de deskundigheidsbevordering aan bod komen. Een verloskundige kan in haar dossier zien welke CanMEDS-rollen zijn vertegenwoordigd.
2. Een verloskundige volgt minimaal 4 van de 5 jaar een vaardigheidstrainingen reanimatie pasgeborene.
Verloskundigen worden in hun werk geconfronteerd met acute situaties en moeten hierin adequaat kunnen handelen. Dit benadrukt het belang van regelmatig trainen van spoedeisende handelingen. Bij de afhandeling van verzoeken tot herregistratie in het kwaliteitsregister, werd zichtbaar dat meer dan de helft van de verloskundigen twee jaar of langer geen training heeft gevolgd. Daarom is deze norm aangepast.
Deze norm is gebaseerd op de richtlijn van de Nederlandse Reanimatieraad. De norm wordt ingebouwd in PE-online. Aan het eind van de registratieperiode moet de verloskundige in minimaal 4 jaar, elk jaar een training hebben gevolgd. Met deze norm wordt een betere spreiding van vaardigheidstrainingen spoedeisende handelingen over de registratieperiode beoogd.
Let op: De nieuwe registratiecriteria gelden voor de (her)registraties met ingangsdatum vanaf 1 januari 2019